7
Montage elektrisch systeem
LET OP
Vernieling van de compressor door een verkeerd
draaiveld.
► Zorg ervoor dat de voeding van de compressor
rechtsdraaiend is.
Fundamentele informatie over de elektrische
aansluiting
●
Voor elektrische aansluitingen gelden eventueel
voorschriften van het lokale energiebedrijf.
●
De
stroomvoorziening
pomp moet uitgerust zijn met een zeke-
ringautomaat
over
IEC 60947-2) met een afstand van ten minste
3 mm tussen de contacten.
●
Let op de waarde van de uitschakelstroom (
"Technische gegevens / leveringsomvang", pa-
gina 21)
●
Neem de voorschriften voor elektromagnetische
compatibiliteit (EMC) in acht
●
Leg elektriciteitsleidingen en communicatiekabels
op voldoende afstand (> 100 mm)
●
Kabel van klant
Toegelaten type communicatiekabel:
3 x 0,75 mm², (LiYY, EKKX of gelijkwaardig),
maximale leidinglengte: 20 m
Voor de voedingskabel hydrauliektower HT 7:
een kabel van 3 x 2,5 mm² met aardkabel, diame-
ter mantelkabel 10 mm
Voor de voedingskabel elektrisch verwarmings-
element:
een kabel van 5 x 2,5 mm² met aardkabel, diame-
ter mantelkabel 9 - 13 mm
12
van
de
warmte-
alle
polen
(volgens
Technische wijzigingen voorbehouden | 83070100bNL | ait-deutschland GmbH
7.1
Voorbereidende werkzaamheden
Montage buitensensor (nodig voor de werking)
LET OP
Monteer de meegeleverde RS (split) langs de noord-
of noordoostzijde van gebouwen. RS (split) mag niet
aan direct zonlicht worden blootgesteld en moet be-
schut tegen regen worden geplaatst. De kabeldoor-
voer naar de behuizing moet naar de grond gericht
zijn.
1.
Open RS (split-)behuizing en lijn deze ≥ 2 m boven
de grond op een geschikte bevestigingsplaats uit.
2.
Teken de bevestigingsgaten af en boor de gaten.
Sla pluggen in en schroef de behuizing met ka-
beldoorvoer naar onderen tegen de muur.
3.
Sluit de behuizing.
LET OP
Er mag geen vocht in de behuizing ingesloten wor-
den. Droog evt. de binnenkant van de behuizing vol-
ledig voor het deksel gemonteerd wordt.
Zorg dat de behuizing dicht is door spanningsvrije
montage en er op geen enkele manier (bijv. tijdens
de opbouw) water in de behuizing kan binnendrin-
gen. Dicht evt. aanwezige kabeldoorgangen af.
4.
Breng de sensorkabel naar de binnenkant van het
gebouw en naar de elektrische schakelkast van
de hydrauliektower HT 7.
5.
Sluit de sensorkabel als BT 1 (buitensensor) aan.
"7.2 Elektrische aansluiting", vanaf pagina 13
Montage kamertemperatuursensor (optioneel)
AANWIJZING
De regeling werkt ook zonder kamertempera-
tuursensor. Om echter op het display van het
bedieningselement de huidige binnentempe-
ratuur te kunnen aflezen en de kamertem-
peratuur via de regeling te kunnen wijzigen,
moet een kamertemperatuursensor geïnstal-
leerd zijn en in het menu van de regeling ge-
activeerd worden.