5 BEDIENING
5.2
Afstellingen
De lasdiameter aanpassen
•
Draai de borgschroef (8) los.
•
Draai het tandwiel (7) op de
verbindingsarm (3) met een
schroevendraaier (5) voor de juiste
lasdiameter.
•
Draai schroef (4) los.
•
Pas de elektrodehoek aan door de
elektrodehouder (6) te draaien.
•
Draai de borgschroeven (4 en 8) vast.
De booglengte aanpassen
•
Pas de booglengte (de afstand tussen de
elektrodetip en het werkstuk) aan door de
schroeven in het afstandsstuk (9) losser
of vaster te draaien.
•
Zet vast met behulp van moer (10).
Invoeren van lasdraad
•
Knip het uiteinde af indien dit verbogen is
en vijl de tip rond.
•
Steek de draad in het invoermondstuk
(1).
•
Voer de draad door het apparaat (bedien
de draadaanvoer met de hand).
0443 959 101
- 11 -
© ESAB AB 2013