I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G
7.4 Vlambeeld
Het vlambeeld kan pas echt beoordeeld worden als het toestel meerdere uren heeft gebrand. Vluchtige
componenten uit verf, materialen e.d., die de eerste uren uitdampen, beïnvloeden het vlambeeld.
Als de boezem gemaakt is van steenachtige materialen of afgewerkt is met stucwerk mag het pas 6 weken na het
!Let op
plaatsen van de boezem in gebruik genomen worden ter voorkoming van krimpscheuren.
Ø
Controleer of het vlambeeld acceptabel is.
Ø
Raadpleeg het foutmeldingsschema (Bijlage 1) als het vlambeeld niet acceptabel is om het probleem te
verhelpen.
8.
Onderhoud
Het toestel dient eenmaal per jaar door een vakbekwame installateur op het gebied van gasverwarming en
elektrisch gecontroleerd, gereinigd en eventueel gerepareerd te worden.
In ieder geval dient de goede en veilige werking van het toestel gecontroleerd te worden.
-
Sluit de gaskraan tijdens onderhoudswerkzaamheden;
!Let op
-
Controleer de gasdichtheid na reparatie;
-
Zorg dat er geen spanning op het toestel staat.
Ø
Reinig, indien nodig, de onderstaande componenten:
-
de ruit(en).
-
Verwijder/plaats de ruit(-en) zoals beschreven vanaf paragraaf 5.10;
!Let op
-
Verwijder de aanslag op de binnenkant van de ruit(-en) met een vochtige doek of een niet-krassend
reinigingsmiddel zoals koperpoets of keramische kookplaatreiniger;
-
Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit(-en) omdat deze inbranden;
-
Vervang gebroken en/of gescheurde ruit(-en) zoals beschreven vanaf paragraaf 5.10.
Plaats indien nodig de hout- of kiezelset correct terug; zie hiervoor vanaf paragraaf 5.10.
!Let op
Ø
Inspecteer het verbrandingsgasafvoersysteem.
Er dient altijd een eindcontrole uitgevoerd te worden.
!Let op
Ø
Voer de controle uit zoals beschreven in hoofdstuk 7.
8.1 Onderdelen
Onderdelen die vervangen moeten worden, zijn verkrijgbaar bij uw leverancier.
NL