3. Sla de naden van het dakdoek (J) over de uiteinden van de hoekverlengstukken (F)
en de middelste dakbalken (D).
4. Plaats de kap (I) over de top van de dakconstructie.
5. Sla de naden van de kap (I) over de hoekverlengstukken (G) (Afb. 7).
Afb. 7
J
Stap 7
Onderdeel K
Gemonteerde
delen van stap 6
Aantal
4
1. Er hoort bij iedere hoek van het paviljoen een gordijn (K) dat in gesloten toestand de
helft van twee zijkanten van het paviljoen bedekt.
2. Verdeel de bevestigingen van het doek gelijkmatig en hang de gordijnen (K) op aan
de gemonteerde constructie. De gordijnen kunnen open en dicht worden geschoven.
3. Als de gordijnen niet nodig zijn, dan kunnen ze comfortabel naar de zijkant worden
geschoven en worden vastgebonden (Afb. 8, 9).
Afb. 8
Afb. 8, gordijnen gesloten
I
F
J
J
K
-8-
F
D
J
Afb. 9
Afb. 9, gordijnen geopend
I
G