• Houd het apparaat bij het uitvoeren van
werkzaamheden, waarbij het werkgereedschap
verborgen stroomleidingen of het eigen netsnoer kan
raken, vast aan de geïsoleerde greepvlakken. Het
contact met een spanningvoerende leiding kan ook
metalen apparaatonderdelen onder spanning zetten en
leiden tot een elektrische schok.
• Gebruik geschikte detectoren, om verborgen
nutsleidingen op te sporen of neem contact op met de
lokale nutsbedrijven. Contact met elektrische leidingen
kan brand en een elektrische schok veroorzaken.
Beschadigen van een gasleiding kan zorgen voor een
explosie. Indringen in een waterleiding zorgt voor materiële
schade of kan een elektrische schok veroorzaken.
• Trillingen kunnen schadelijk zijn voor het hand-
armsysteem. Houd de blootstelling aan trillingen zo gering
mogelijk.
• Het elektrisch gereedschap bij de werkzaamheden met
beide handen vasthouden. Zorg dat u stabiel staat. Het
elektrisch gereedschap met twee handen veilig hanteren.
• Het werkstuk vastzetten. Een in een spaninrichting of
een bankschroef vastgezet werkstuk wordt steviger
vastgehouden dan in uw hand.
Bescherm uzelf en andere aanwezige personen
tegen letsel door afsplinterende en rondvliegende
brokstukken.
Draag een veiligheidshelm, een veiligheidsbril, een
stofmasker en veiligheidsschoenen. Plaats evt. een
scheidingswand ter bescherming tegen brokstukken.
• Controleer voor aanvang van de werkzaamheden altijd
of het werkgereedschap stevig is vergrendeld in de
boorkop. Niet vergrendelde werkgereedschappen kunnen
bij het inschakelen uit het elektrisch gereedschap worden
geslingerd en letsel veroorzaken.
• Controleer voor het inschakelen van het elektrisch
gereedschap of het werkgereedschap vrij kan
bewegen. Bij het inschakelen bij een geblokkeerd
werkgereedschap, kunnen hoge krachten optreden en kan
het apparaat zijwaarts slaan.
• Schakel het elektrisch gereedschap onmiddellijk uit
als het werkgereedschap blokkeert. Het elektrisch
gereedschap kan door de optredende krachten zijwaarts
slaan.
• Controleer de boorkop regelmatig op slijtage of
beschadigingen.
NL
• Start een hamerend elektrisch gereedschap alleen als
het tegen een werkstuk (wand, plafond, etc.) wordt
gedrukt.
• Wacht tot het elektrisch gereedschap stilstaat, voordat
u het weglegt.
• Bij het bewerken van metaal ontstaan een
vonkenregen. Zorg dat geen personen in gevaar worden
gebracht en geen brandbare materialen aanwezig zijn in
de buurt van de werkomgeving. Er bestaat brandgevaar!
• Vermijd het boren in loodhoudende verfwerk of andere
materialen die schadelijk voor de gezondheid zijn.
• Het netsnoer altijd achter van het apparaat
weghouden.
• Zorg dat de ventilatiesleuven tijdens gebruik niet zijn
afgedekt. Geen voorwerpen in de ventilatiesleuven steken.
• Het apparaat moet altijd schoon, droog en vrij van olie
en smeervet zijn.
Veiligheidsinstructies bij het gebruik van lange
boren
• Werk nooit met een hoger toerental dan het voor de
boor toegestane maximaal toegestane toerental. Bij
hogere toerentallen kan de boor bij het vrij draaien zonder
contact met het werkstuk eenvoudig doorbuigen en zo
letsel veroorzaken.
• Begin bij het boren altijd met een laag toerental en
alleen als de boor ook contact heeft met het werkstuk.
Bij hogere toerentallen kan de boor bij het vrij draaien
zonder contact met het werkstuk eenvoudig doorbuigen en
zo letsel veroorzaken.
• Geen overmatige druk uitoefenen en alleen in
lengterichting van de boor. Boren kunnen doorbuigen en
hierdoor breken of tot verlies van controle en letsel leiden.
klopboormachine PHDS 10-230V
5