STVS1
230 VAC STANDENREGELAAR MET
ANALOGE INGANG
INSTALLATIEHANDLEIDING IN STAPPEN
Fig. 1 Afmetingen
A
B
B
C
A
Artikelcode
[mm]
STVS1-15L22
200
STVS1-25L22
200
STVS1-35L22
200
STVS1-50L22
200
STVS1-75L22
200
STVS1100L22
300
STVS1130L22
300
MIW-STVS1-NL-000 - 16 / 09 / 2022
Lees voordat u begint met het monteren van de STVS1 zorgvuldig de "Veiligheid
en voorzorgsmaatregelen" en volg deze stappen. Monteer het toestel op een vlak
oppervlak (muur, paneel enz.).
Volg onderstaande stappen:
1.
Schroef het deksel van de behuizing los. Let op de draden die het deksel verbinden
met de printplaat.
2.
Bevestig het toestel, met de meegeleverde schroeven en pluggen, op een muur
of paneel. Let op de juiste montagepositie en afmetingen. (Zie fig. 1 Afmetingen
en fig. 2 Montagepositie.)
3.
Let op de volgende instructies om de werkingstemperatuur te beperken:
3.1
Respecteer de afstanden zowel tussen de muur / het plafond en het
apparaat als tussen twee toestellen onderling zoals weergegeven in Fig.2.
Om voldoende ventilatie rond de regelaar te garanderen, moet de vrije
ruimte aan alle kanten worden gerespecteerd.
3.2
Houd er bij het installeren van het toestel rekening mee dat hoe hoger u het
installeert, hoe warmer het wordt. In een technische ruimte kan de juiste
installatiehoogte bijvoorbeeld van groot belang zijn.
3.3
Als de maximale omgevingstemperatuur niet kan worden nageleefd, zorg
dan voor extra mechansche ventilatie / koeling.
Het niet naleven van de bovengenoemde regels kan de levensduur verkorten en
ontslaat de fabrikant van alle verantwoordelijkheden.
Voor metalen behuizingen (boven 7,5 A)
4.
Eenmaal op hun plaats bevestigd, moeten de montageschroeven of bouten
worden afgedicht om de IP-classificatie van de behuizing te behouden.
5.
Omdat de behuizing van metaal is, moet deze worden geaard
A
D
C
B
C
D
[mm]
[mm]
[mm]
305
140
183
305
140
183
305
140
183
305
140
183
305
140
183
325
170
255
325
170
255
6.
Steek de kabels door de wartels en voer de bedrading uit volgens het schema
(zie fig. 3) terwijl u zich houdt aan de informatie uit het hoofdstuk"Bedrading en
aansluitingen" hierboven.
6.1
Sluit de voedingspanning en aarding aan (klemmen L, N en PE);
6.2
Sluit de motor(en) aan (terminals U, N en Pe);
6.3
Sluit de 0-10 Volt stuursignaalingang aan (aansluitingen 0V en V/C).
www.sentera.eu
terug naar de inhoudsopgave
Fig. 2 Montagepositie
Correct
50 mm
Muur
E
50 mm
E
[mm]
236
236
75 mm
236
236
236
255
255
Niet correct
50 mm
6 - 9