FUNCTIE
Beeldmodus
Referentiemodus
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
BESCHRIJVING
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen
van het projectorbeeld aanpassen aan het type programma.
Zie
"Een beeldmodus selecteren" op pagina 36
Selecteert een beeldmodus die het best overeenkomt op uw
behoeften op het vlak van beeldkwaliteit en zorgt voor het
verder fijn afstemmen van het beeld op basis van de selecties
op deze pagina. Zie
Gebruikersmodus 2 instellen" op pagina 36
Past de helderheid van het beeld aan. Zie
Helderheid" op pagina 37
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld
in. Zie
"Aanpassen van het Contrast" op pagina 37
details.
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan --
de sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie
van de Kleur" op pagina 37
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld
aan. Zie
"Aanpassen van de Tint" op pagina 37
Maakt het beeld scherper of zachter. Zie
Scherpte" op pagina 37
"De modus Gebruikersmodus 1/
voor details.
voor details.
voor details.
voor details.
voor details.
"Aanpassen van de
voor
"Aanpassen
voor details.
"Aanpassen van de
Bediening 51