BRANDSTOF
De kachel is ontworpen om met houtblokken of
houtbriketten te stoken.Hebruik droge houtblokkern
(max. vochtigheid 20%). Gebruik houtblokken.
Het gebruik van vochtig hout bevuilt het product en de
schoorsteenpijp, brengt gevaar op rook met zich mee
en een verminderd het verklaard rendement.
Elke houtsoort heeft andere kenmerken die ook het
rendement van de verbranding beïnvloeden.
De gegevens vermeld in deze handleiding verwijzen
naar het hout, gebruikt tijdens de certificatie.
In het algemeen heeft hout een calorische waarde van
maximaal 4,5 kWh / kg terwijl vers gesneden hout een
calorische waarde van ongeveer 2 kWh/kg heeft
Over het algemeen raden we beuk en olm aan of brandhout
van de klasse A1, krachtens de normen NEN EN ISO
17225-5. Let op bij langdurig gebruik van hout dat rijk
is aan aromatische oliën (zoals eucalyptus). Dit kan
leiden tot schade aan gietijzeren onderdelen. Gebruik
de aanbevolen hoeveelheden brandhout.
Een overbelasting veroorzaakt oververhitting met daaruit
voortvloeiende schade:
•
mogelijke vervorming van de interne delen;
•
mogelijke onherroepelijke verandering van de
kleur van de lak op de metalen delen.
Noch Edilkamin, noch de verkoper kan hiervoor
aansprakelijk worden gesteld.
Om het milieu en de veiligheid te respecteren, mag u
onder meer het volgende NIET verbranden: plastic,
geverfd hout, houtskool, afval van schors.
De kachel niet als een verbrandingsoven gebruiken
Als deze brandstoffen worden gebruikt, vervalt de
garantie.
Fases voor de eerste inschakeling
•
Zorg ervoor dat u de inhoud van deze handlei-
ding heeft gelezen en begrepen.
•
Verwijder alle ontvlambare elementen van de
kachel (handleiding, etiketten enz.). Verwijder
vooral eventuele etiketten van het glas. Indien ze
smelten zal het glas onherroepelijk beschadigd
worden.
Om de haard aan te steken, moet u steeds de klein-
ste stukjes brandhout gebruiken. Gebruik de grotere
stukken om het vuur vervolgens te onderhouden en
verder te stoken. Plaats het brandhout steeds diep in
de haard, bijna in contact met de achterwand van de
kachel, zodat het niet in contact komt met het glas als
het naar voor schuift.
Tijdens de eerste ontstekingen is het mogelijk dat
u een lichte verflucht ruikt. Dit zal binnen korte tijd
verdwijnen.
GEBRUIKSAANWIJZING
Ontsteking met koude haard
1. Controleer of niet te veel as aanwezig is. Als te veel
as aanwezig is, kunnen fragmenten van gloeiende
houtskolen uit de haard vallen als de haarddeur wordt
geopend.
2. Om snel een optimale verbranding te verkrijgen,
de hefboom voor afstelling van de luchtklep in de
stand "volledig open" zetten. De verbrandingslucht zal
krachtig naar het hout in de haard toestromen.
3. leg het hout in de haard zonder hem overmatig vol te
proppen. Een aanmaakblokje tussen de houtblokken
plaatsen en ontsteken. Gebruik nooit materiaal zoals
benzine, alcohol en dergelijke om te ontsteken.
4. Sluit de deur en controleer enkele minuten. Als het
vuur uitgaat, de deur langzaam openen, een ander
aanmaakblokje tussen de houtblokken plaatsen en
nog een poging doen.
Vullen met warme haard
Wanneer moet hout toegevoegd worden? Als de
brandstof verbruikt is en bijna enkel gloeiende
sintels overblijven. De deur langzaam openen met
de meegeleverde handschoen (om turbulenties te
vermijden waardoor rook naar buiten kan komen). Vul
de haard met de gewenste hoeveelheid hout en leg
het op de sintels (binnen de hoeveelheid aangeduid in
de technische tabel).
De werking van de kachel verandert naargelang de
trek van de schoorsteenpijp en de afstelling van de
klep van de verbrandingslucht.
Werking met aanvankelijke lage trek
Om de lucht aan te zuigen voor de verbranding en om
de rookgassen af te voeren heeft de haard de trek van
de schoorsteenpijp nodig.
Als hij weinig trekt, aanvankelijk het vuur met kleine
houtblokjes ontsteken.
Als hij weer goed trekt kan brandstof toegevoegd
worden.
Zoals alle kachels, zal ook de houtkachel tijdens de
verschillende fases opwarmen en afkoelen. Hierdoor
ontstaan normale dilataties. Deze uitzettingen kunnen
geluiden veroorzaken die geen reden kunnen zijn voor
claims.
Gebruik altijd de bijgeleverde handschoen
om eventuele hete onderdelen vast te
pakken. Vermijd rechtstreeks contact met
hete onderdelen.
23