4. Druk op de ENTER toets om dit te bevestigen, of de ESC toets om af
te breken en naar het vorige veld terug te
gaan.
Noot: het indrukken van de rechter cursortoets zal bij deze functie vaak
hetzelfde effect als de ENTER toets hebben.
1.3 ALFA NUMERIEKE INPUT
U kunt informatie opslaan in de plotter om bijvoorbeeld een Waypoint te
benoemen of een andere naam te geven. Dit kan d.m.v. het alfanumerieke
display.
Wanneer u met de GO TO toets een nieuw waypoint wordt geselecteerd,
kunt u met de software toetsen de optie schrijf selecteren. Druk hierna op
ENTER.
Zodra het veld oplicht:
1. Gebruik de rechts en links softwaretoetsen om het veld welke u wilt
veranderen op te laten lichten.
2. Gebruik de OP, NEER, LINKS en RECHTS cursortoetsen om de
beschikbare karakters op te laten lichten.
3. Gebruik de ENTER toets om het opgelichte karakter te bevestigen;
dit item zal bovenin het scherm in het opgelichte veld verschijnen.
4. Herhaal deze stappen totdat uw invoer compleet is.
5. Druk op save om de invoer te bewaren.
12