5.3
BEDIENING THERMOSTAAT
De thermostaat regelt het warmtevermogen in overeenstemming
met de kamertemperatuur. Hierdoor zal de haard niet onnodig
warmte produceren als de kamer warm is.
Draai, om de gewenste temperatuur in te stellen, de
temperatuurknop naar stand 3. Als u na verloop van tijd een
hogere temperatuur wilt, draai dan de knop naar een hogere
stand (bijvoorbeeld stand 4). Als u een lagere temperatuur wilt,
draait u de knop naar een lagere stand (fig. 9).
5.4
THERMISCHE BEVEILIGING
Om schade als gevolg van oververhitting te voorkomen is er een
thermische veiligheidsschakelaar ingebouwd.
Oververhitting kan ontstaan als de warmte-uitstroom op de een of
andere manier wordt belemmerd. De haard gaat weer aan zodra
deze belemmering is verwijderd en de haard is afgekoeld. Als
de beveiliging vaak wordt geactiveerd, moet de haard worden
uitgeschakeld en dient men contact op te nemen met de
servicedienst.
Fig 9
REINIGING EN ONDERHOUD
6.
Waarschuwing: ·Verwijder de stekker als u het toestel open maakt voor onderhoud
of voor het vervangen van een lamp
REINIGING
6.1
Zorg ervoor dat de haard afgekoeld is voordat u met reinigen
begint.
Neem het oppervlak van de haard zo nu en dan af met een
zachte vochtige doek. Gebruik geen schurende
reinigingsmiddelen op het oppervlak van de brander. Het
glasscherm dient voorzichtig te worden schoongemaakt met een
zeem. Gebruik geen glasreinigingsmiddelen.
6.2 LAMP REPLACEMENT
Fig 10
De lampen zijn bereikbaar door de klep van de aslade te
openen. Schuif de lamphouderplaat voorzichtig naar buiten.
Draai de defecte lamp los, tegen de wijzers van de klok in.
Vervang deze door een nieuwe lamp (230 V, 40 W E14 SES).
Draai de lamp niet te vast aan (fig. 10).
Schuif de lamphouderplaat weer naar binnen
.