Paneelbeschrijvingen
Voorbeelden van aansluitingen
Audiospeler
Voetschakelaars
Mengpaneel
* Zet het volume altijd lager en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten en schade aan apparaten te voorkomen.
Het apparaat in-/uitschakelen
* Zodra alles correct is aangesloten, volgt u de onderstaande
procedure om de stroom in te schakelen. Wanneer u apparatuur
in de verkeerde volgorde inschakelt, bestaat het risico op
apparaatstoringen of -defecten.
1.
Zorg ervoor dat de [MASTER]-regelaar van dit
apparaat en het volume van alle aangesloten
apparaten op minimum staan.
2.
Schakel alle apparaten in die op de ingangen
(CH1–CH3, AUX IN) van het apparaat zijn
aangesloten.
3.
Schakel het apparaat in.
4.
Schakel alle apparaten in die op de uitgangen (LINE
OUT, PHONES) van het apparaat zijn aangesloten.
5.
Regel het volume van de apparaten.
Verlaag, voordat u het apparaat uitschakelt, het volume van
alle apparaten in uw systeem en schakel de apparaten uit in de
omgekeerde volgorde van die waarin u ze hebt ingeschakeld.
* Verlaag altijd eerst het volume voor u het apparaat in- of
uitschakelt. Zelfs als u het volume verlaagd hebt, hoort u
mogelijk geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Dit is
normaal en wijst niet op een defect.
4
Keyboard, geluidsmodule enz.
Het volume van elk apparaat instellen
Om een optimaal geluid vanuit dit apparaat te bekomen tijdens
uw optreden, stelt u het volume als volgt in.
1.
Gebruik de [CH1]–[CH3]-regelaars om de
volumebalans van de apparaten die op CH1–CH3
zijn aangesloten, aan te passen.
2.
Gebruik de [LOW]- en de [HIGH]-regelaar voor een
aanpassing van de tonen.
3.
Gebruik de [MASTER]-regelaar om het totale
volume aan te passen.
Indien het geluid verstoord wordt, past u de [CH1]–[CH3]-
regelaars en de [MASTER]-regelaar aan of stelt u de
volumeregelaar bij van de apparaten die op de ingangen zijn
aangesloten (CH1–CH3, AUX IN).
Microfoon