en of luchtverwarming kan dit problemen geven. Laat daarom een erkende installateur uw situatie
beoordelen en passende maatregelen treffen. Zo kan de kachel aangesloten worden op een
externe luchtaanvoer (buitenlucht, kelder of kruipruimte).
•
Bij het plaatsen van de kachel moet aan de voorkant een afstand van minimaal 1 meter vrij
gehouden worden. De muren naast en achter de kachel mogen niet vervaardigd zijn uit brand-
baar materiaal. Deze mogen ook niet bekleed zijn met dergelijke materialen, tenzij de afstand
meer dan 30 centimeter aan de zijkant en meer dan 20 centimeter aan de achterkant bedraagt.
•
Een bodem onder de kachel vervaardigd uit brandbaar materiaal, zoals: hout, kurk of tapijt, dient
te worden beschermd door een vloerplaat uit niet-brandbaar materiaal, zoals: keramiek, steen,
glas of metaal. De vloerplaat dient vooraan 50 centimeter en zijdelings 30 centimeter uit te steken.
3
Gebruik
3.1 Brandstoffen
Het verbrandingssysteem is ontwikkeld voor het stoken van loofbomenhout in de vorm van gekloofde
stammen. Het is belangrijk om zuiver winddroog (vochtgehalte 12 - 15 %) hout te stoken. Gebruik nooit
afval, andere brandbare materialen en of brandbare vloeistoffen. Dit zal uw kachel en schoorsteen ern-
stig beschadigen. Hieronder zijn de diverse houtsoorten met de gemiddelde droogtijd terug te vinden.
Houtsoort
den, populier
linde, wilg, spar, berk, es, els
fruitboom, beuk
eik
3.2 Ventilatie
Voor verbranding is lucht nodig. Zorg voor voldoende toevoer van verse lucht. Voor elke kg hout die
u verstookt (met toesteldeur gesloten) is 10 m³ - 15 m³ extra lucht nodig. Per uur dus al snel ca. 30 m³
extra. Ruime beluchting van buitenaf of via een andere kamer of gang is dus vereist.
3.3 Eerste keer stoken
Een nieuwe houtkachel moet geleidelijk aan in gebruik genomen worden. De eerste twee stookbeurten
dient u zich te beperken tot een getemperd vuur. Zo vermijd u de volgende problemen:
• Scheuren van het vermiculiet;
• Beschadigen van de lak;
• Vervormen van het materiaal;
• Aanplakken van de koordafdichtingen.
Tijdens de eerste stookbeurten bestaat de kans dat er een penetrante geur en rook wordt waargenomen.
Ventileer de ruimte goed wanneer dit mocht gebeuren. De daarop volgende stookbeurten mag de kachel
volledig belast worden. De af fabriek zachte, kras gevoelige lak, is nu volledig uitgehard en ingebrand.
3.4 Aanmaken
1.
Zet de luchttoevoer volledig open.
a
Primaire beluchting, schuif de knop op de aslade zo ver mogelijk naar rechts.
b
Secundaire beluchting, schuif de stang aan onderzijde van de deur zo ver mogelijk naar rechts.
c
Tertiaire beluchting, duw de stang aan de zijkant van de kachel naar binnen.
2.
Bouw een luchtige stapel winddroog, zuiver hout met rondom een paar proppen papier en wat
aanmaakhout.
3.
Steek dit geheel aan.
4.
Laat de deur op een kier staan (3 – 5 min).
5.
Als de brandstof goed brandt kan de deur worden gesloten. Het vuur moet nu fel en intensief
branden.
6.
Laat de haard goed op temperatuur komen en regel daarna de verbranding.
Droogtijd
1 jaar
1,5 jaar
2 jaar
2,5 jaar
6