Wat te doen wanneer...
Foutcode
—Ÿ
–©'š
Ander foutcodes zijn uitsluitend bedoeld voor de Servicedienst. Noteer de foutcode voor de Servicedienst.
Storing
Programma start niet.
Maximale centrifugetoeren-
tal kan niet ingesteld wor-
den.
Water wordt niet afgepompt. Afvoerslang is verdraaid.
Wasmiddelresten in
de wasmiddellade.
Electrocutiegevaar!
Reparaties mogen alleen door de servicedienst of een vakkundig mon-
teur worden uitgevoerd.
In geval van reparatie of als u een storing zelf niet met behulp van de vol-
gende tabel kunt verhelpen:
Programmakiezer op $ (Uit) zetten.
Stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken of de trekschake-
laar uitschakelen,
Kraan dichtdraaien.
Servicedienst inschakelen → pagina 25.
Vuldeur niet goed gesloten. Sluit de vuldeur.
Het waterbeveiligingssysteem is in werking getreden. Het apparaat van het
elektriciteitsnet loskoppelen, de waterkraan sluiten en contact opnemen met de
Servicedienst.
Er stroomt geen water in de was-droogautomaat. Zie storing Er stroomt geen
water in.
Het water wordt niet afgepompt. Zie storing Water wordt niet afgepompt.
Geen fout! Het onbalanscontrolesysteem herkent door was veroorzaakte onba-
lans. Het programma "Pluizen spoelen" kan niet starten. Was wegnemen.
Maximale of minimale beladingshoeveelheid voor het drogen niet aangehou-
den. HI/End of LO/End knipperen afwisselend in het display. Zie storing droog-
resultaat niet naar tevredenheid.
Eventuele oorzaak
Toets A (Start/Pauze) niet ingedrukt.
Starttijdvertraging gekozen.
De stroom is uitgevallen.
gekozen starttijdvertraging gewist.
Vuldeur is niet goed gesloten.
Stekker niet goed in stopcontact gesto-
ken.
Maximale centrifugetoerental is van het
gekozen programma afhankelijk.
Pomp is verstopt.
Vochtig of klonterig wasmiddel.
Advies
Toets A (Start/Pauze) indrukken.
Wasdroogcombinatie start na afloop
van de vertragingstijd.
Eventueel Klaar-in tijd wijzigen
→ pagina 17.
Vertragingstijd opnieuw kiezen of pro-
gramma direct starten.
Toets A (Start/Pauze) indrukken.
Vulvenster sluiten.
Stekker goed insteken.
Indien nodig het programma wijzigen.
Afvoerslang goed aanbrengen.
Pomp reinigen → pagina 21.
Wasmiddellade reinigen en drogen
→ pagina 20.
Doseerhulp voor vloeibaar wasmiddel
gebruiken.
22