Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Casio MZ-X500 Gebruiksaanwijzing pagina 31

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruik van automatische begeleiding
Wijzigen van automatische
begeleidingspatronen
In de onderstaande afbeelding worden de
verschillende typen automatische begeleidingsfrasen
(patronen) getoond. U kunt overschakelen tussen
patronen tijdens de begeleidingsweergave en zelfs
patronen wijzigen.
cs
dm
dn
cs INTRO 1, 2 toetsen:
Druk hierop aan het begin van een melodie. Er zijn
twee intropatronen beschikbaar. De automatische
begeleiding gaat gewoonlijk automatisch door met
Variatie 1 nadat het intropatroon is voltooid. Als u op
een andere variatietoets drukt voordat u op de
introtoets drukt, gaat de automatische begeleiding
door met de geselecteerde variatie nadat het
intropatroon is voltooid.
ct VARIATION/FILL-IN 1 t/m 4 toetsen:
Het Digitale Keyboard heeft vier ingebouwde
ritmevariaties. Als dezelfde toets nog een keer wordt
ingedrukt terwijl het variatiepatroon ervan klinkt,
wordt er een invulpatroon gespeeld dat het ritme
kortstondig wijzigt.
dk BREAK toets:
Voegt een stil gedeelte in de automatische begeleiding
in die nu wordt weergegeven. Als deze toets wordt
ingedrukt terwijl de automatische begeleiding wordt
weergegeven, zal de automatische begeleiding stoppen
tot aan het begin van de volgende maat. Daarna keert
de weergave van de automatische begeleiding terug
naar normaal.
dl FADE IN/OUT toets:
• FADE IN: Geleidelijk verhogen van het volume
wanneer de automatische begeleiding begint. Als de
automatische begeleiding niet wordt weergegeven,
zal de toets oplichten wanneer deze wordt
ingedrukt. Als daarna de cs INTRO 1, 2, dn
SYNCHRO START, do SYNCHRO STOP of ct
VARIATION/FILL-IN 1 t/m 4 toets wordt
ingedrukt begint de weergave van de automatische
begeleiding terwijl het volume wordt verhoogd. Het
lampje in de toets gaat uit wanneer het volume het
normale niveau bereikt.
NL-30
ct
dk
dl
do
dp
dq
• FADE OUT: Geleidelijk verlagen van het volume
wanneer de automatische begeleiding stopt. Als de
automatische begeleiding wordt weergegeven, zal
de toets oplichten wanneer deze wordt ingedrukt en
wordt het volume geleidelijk verlaagd naarmate de
automatische begeleiding stopt. Het lampje in de
toets gaat uit wanneer de automatische begeleiding
stopt.
• FADE IN en FADE OUT beïnvloeden niet alleen de
automatische begeleiding, maar ook het volume van
de noten die op het toetsenbord worden gespeeld.
dm ENDING 1, 2 toetsen:
Deze toetsen laten een eindritmepatroon klinken aan
het einde van de melodie. Er zijn twee eindpatronen
beschikbaar.
dn SYNCHRO START toets:
Wanneer deze toets oplicht, begint de automatische
begeleiding wanneer u een akkoord op het toetsenbord
speelt.
do SYNCHRO STOP toets:
Wanneer deze toets oplicht, stoppen de automatische
begeleiding en het ritme tegelijk wanneer de toetsen
van het toetsenbord voor de automatische begeleiding
worden losgelaten. De dn SYNCHRO START toets
licht automatisch op nadat de automatische
begeleiding is voltooid.
• Zie "RHYTHM scherm" onder "Configureren van
de instellingen van het Digitale Keyboard" (pagina
NL-51) voor details over andere ritme-instellingen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mz-x300

Inhoudsopgave