code invoeren telkens wanneer u de
telefoon inschakelt zodat de simkaart wordt
ontgrendeld en u oproepen kunt plaatsen of
beantwoorden.
simkaartbeveiliging ook deactiveren (zie
"Beveiligingsinstellingen"). Ongeautoriseerd
gebruik van uw simkaart kan in dit geval niet
worden voorkomen.
Druk op de Ophangtoets om uw
telefoon in te schakelen;
Voer uw PIN1-code in. Wis incorrecte
cijfers met de rechter softtoets en druk
ter bevestiging op OK. Als uw PIN1
bijvoorbeeld 1234 is, voer a.u.b. in:
1 2 3 4
Als u driemaal achtereenvolgens incorrecte
nummers invoert, dan zal uw simkaart
worden geblokkeerd en vraagt uw telefoon
het PUK1-nummer in te voeren. Probeer de
PUK1-code niet in te voeren als u deze niet
kent. Neem echter contact op met uw
netwerkprovider.
"Beveiligingsinstellingen".
Opmerking: uw netwerkprovider stelt een
standaard PIN1-code in (4 tot 8 cijfers) voor
uw
simkaart.
onmiddellijk
"Beveiligingsinstellingen".
U
U
dient
te
veranderen.
23
kunt
dit
nummer
de
Zie
Zie