SL-D700 Gebruiksaanwijzing
Opmerkingen over het bewaren van papier
Bewaar papier voor en na het openen in een omgeving die niet blootstaat aan direct zonlicht en aan de volgende
voorwaarden voldoet. Als papier na het openen niet wordt gebruikt, verwijdert u het van de spindelmodule en windt u
het op voordat u het opslaat.
Opmerkingen bij het afdrukken
Zorg dat de invoerrand van het papier loodrecht op de lange zijde staat en volledig recht is geknipt.
Afdrukken bewaren en tentoonspreiden
❏ Wrijf en kras niet over de afdrukzijde niet.
❏ Vermijd locaties die blootstaan aan hoge temperaturen, een hoge luchtvochtigheid en direct zonlicht en bewaar
het papier op een donkere plek.
❏ Hang afdrukken niet buiten of in direct zonlicht op. Hierdoor kan het sneller gaan vervagen.
❏ Wanneer u afdrukken binnen tentoonspreidt, raden wij aan deze achter glas en dergelijke te plaatsen. Hierdoor
kunt u afdrukken langer tonen zonder dat zij gaan vervagen.
Opmerkingen bij inktcartridges
❏ Als u een inktcartridge van een koude locatie naar een warme locatie verplaatst, laat deze dan langer dan vier uur
op kamertemperatuur liggen voordat u hem in gebruik neemt.
❏ Wij raden aan inktcartridges op een koele locatie te bewaren en te gebruiken vóór de vervaldatum op de
verpakking. Inktcartridges moeten ook binnen zes maanden na het openen van de verpakking worden gebruikt.
❏ Raak de inkttoevoerpoort op de inktcartridge en het gebied eromheen niet aan. Er kan inkt uit lekken.
❏ Informatie over het inktniveau en andere gegevens worden opgeslagen in de IC-chip, zodat inktcartridges
kunnen worden gebruikt nadat deze zijn verwijderd en teruggeplaatst.
❏ Bewaar de verwijderde inktcartridge zorgvuldig om te voorkomen dat de inkttoevoerpoort vies wordt. De
inkttoevoerpoort is voorzien van een klep en hoeft niet bedekt te worden.
❏ Verwijderde inktcartridges kunnen rond de inkttoevoerpoort inkt hebben. Zorg dus dat er bij het verwijderen van
de cartridges geen inkt terechtkomt op het omliggende gebied.
❏ Raak de groene chip op de inktcartridge niet aan. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor het afdrukken.
❏ Laat inktcartridges niet vallen en stoot ze niet tegen harde voorwerpen aan. De inkt kan hierdoor gaan lekken.
❏ Zelfs wanneer er niets wordt afgedrukt, gebruikt de printer tijdens het reinigen van de printkop en andere
onderhoudstaken inkt uit alle cartridges om de printkop in goede conditie te houden.
❏ Hoewel de inktcartridges gerecyclede materialen kunnen bevatten, heeft dit geen invloed op het functioneren van
de printer.
❏ Laat inktcartridges altijd in de printer zitten. Als u dit niet doet, kan de inkt in de printer opdrogen en kunt u
mogelijk niet afdrukken. Zorg dat er in elke sleuf een inktcartridge zit wanneer u de printer niet gebruikt.
Introductie
20