Meld- en bedientableau
Afbeelding 5: Opschrift met twee lagen transparantfolie
o
Met meegeleverde sjabloon de montageplaats markeren. Inbouw-apparaatdoos monteren,
pluggaten voor schroefbevestiging Ø = 6 mm.
o
Bevestigingsschroeven (4) met meegeleverd gereedschap – spanbit met twee gaten
SP-4 – losdraaien en voorplaat (6) verwijderen.
o
Dekselschroeven (10) van de aansluitkast (8) losdraaien en deksel (9) verwijderen.
o
Aansluitkabels door de doorvoeropeningen (11) van de aansluitkast leiden.
o
Busaders met rood-zwarte busklem op de busaansluiting (13) aansluiten.
o
Voedingsspanning met geel-witte klem op aansluiting (12) aansluiten.
i Voor de voedingsspanning kan het tweede aderpaar van de buskabel worden gebruikt.
o
Deksel (9) sluiten.
i Het fysieke adres moet op het apparaat worden genoteerd. Wanneer mogelijk het fysieke
adres vóór de uiteindelijke montage in het apparaat laden (zie hoofdstuk 5.2. Inbedrijfna-
me).
o
Apparaat in de inbouwdoos plaatsen en aan de bodem vastschroeven. Meegeleverde
schroeven-pluggenset (7) gebruiken.
o
Beschreven inschuifetiketten aan de achterkant van de voorplaat vanaf de bovenkant in de
daarvoor bestemde sleuf schuiven.
o
Voorplaat aanbrengen. Schroefhulzen (5) plaatsen en met bevestigingsschroeven (4) aan
de behuizing bevestigen. Max. aanhaalmoment: 0,5 Nm.
5.2 Inbedrijfname
Fysiek adres en toepassingssoftware laden
Het apparaat is aangesloten en bedrijfsklaar.
Voedingsspanning en busspanning zijn ingeschakeld.
o
Gelijktijdig op de sensorvlakken links- en rechtsboven drukken.
De programmeer-LED aan de rechter tableaurand (3) brandt.
o
Fysiek adres toekennen.
De programmeer-LED gaat uit.
82575503
J:0082575503
5/7
13.06.2013