eNet
Radiografische gateway contactdoosadapter
Minimaal 0,3 meter afstand tussen zender en ontvanger aanhouden, om oversturing van de
ontvanger te voorkomen.
o
Apparaat in een SCHUKO-wandcontactdoos steken.
4.1 Inbedrijfname
GEVAAR!
Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan.
Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Tijdens de inbedrijfstelling de onderdelen onder spanning op de radiografische
zenders en actoren en in de omgeving daarvan afdekken.
4.2 eNetzender stuurt Funkmanagementactoren
i Een inbedrijfname via de eNet-server is niet mogelijk.
eNetzender met Funkmanagementactor verbinden
Het verbinden volgt in twee stappen (afbeelding 3). Eerst wordt een eNet-zender met de gate-
way verbonden (A) en in de tweede stap de eNet-zender met een of meerdere Funkmanage-
ment-actoren (B).
Eerste stap (A):
o
Toets Prog (3) van de gateway ca. 4 seconden indrukken.
Status-LED (2) van de gateway knippert langzaam. Het apparaat bevindt zich gedurende
ca. 1 minuut in de programmeermodus.
o
eNet-zender ook in de programmeermodus zetten (zie handleiding van de eNet-zender).
o
Kanaal- of scenariotoets van de eNet-zender kort bedienen.
De LED van de gateway brand gedurende 5 seconden.
De gateway en de zender verlaten automatisch de programmeermodus.
Tweede stap (B):
o
Een of meerdere Funkmanagement-actoren in de programmeermodus zetten (zie handlei-
ding van de Funkmanagement-actoren).
o
Druk de kanaaltoets van de eNet-zender langer in dan een seconde of druk de scenario-
toets langer dan drie seconden in.
De LED's van de Funkmanagement-actoren gaan branden.
De eNet-zender is met de Funkmanagement-actoren verbonden.
82582113
J:0082582113
Afbeelding 3: eNet-zender verbinden
3/8
13.03.2014