Systeemeisen Console 1 Een VGA, SVGA, multisync-monitor geschikt voor de hoogste resolutie; 2 USB-toetsenbord/muis. Computer 1 Een VGA-, SVGA - of multisync-kaart; 2 Type A USB-poort of PS/2 6-pins mini-DIN voor toetsenbord en muis; 3 Besturingssystemen: Windows 98/98SE/2000/ME/XP/Vista/7/2003 server, Mac OS9/OSX, Linux Kernel 2.3 of hoger, Solaris 8 of hoger, Sun Micro OS.
Bediening Actieve consoleselectie via drukknoppen U kunt op de drukknop van de lokale eenheid (zender) drukken om de bediening van de actieve console te veranderen. Er zijn drie verschillende soorten actieve consoleconfiguraties: Alleen Lokale Console U kunt het systeem alleen vanaf de lokale eenheid (zender) bedienen Alleen Externe Console U kunt het systeem alleen vanaf de externe eenheid (ontvanger) bedienen Beide consoles (lokaal + extern)
LED-indicatoren De indicatie-LED’s van de externe console zijn dezelfde als van de lokale, als beide apparaten met succes zijn aangesloten; of alle indicatie-LED’s op de externe console zullen uitschakelen. Geselecteerde indicatoren (ROOD) Beide geselecteerd: Geeft aan dat u uw systeem via zowel de lokale als externe console kunt bedienen.
Pagina 5
Voorbeelden van indicatie-LED Beide consoles zijn geselecteerd; lokaal actief is AAN, extern actief is UIT: Het betekent dat de verbinding tussen de lokale eenheid en de computer gereed is, maar dat de CATx-kabelverbinding tussen de lokale en externe eenheid niet gereed is.