2
Video en voeding aansluiten en camerapositie aanpassen
Voedingsstekker voor 24 V
wisselstroom/12 V gelijkstroom
Stekker voor
video-uitvoer
Scherpstellingshendel
Zoomhendel
Cardanische
Camera en lens
ophanging
en beugel
Model voor bevestiging
op oppervlak afgebeeld
3
Dipswitches instellen voor optionele camera-instellingen
Stel de dipswitches alleen in als de standaardwaarden moeten worden gewijzigd.
Video-indelingen voor PAL en NTSC op basis van cameramodel.
Switch Standaard Beschrijving
1
AAN
AAN = DC; UIT = AES. Laat deze switch op AAN staan
WB (witbalans)
2
AAN
AAN = AWB; UIT = ATW
BLC (tegenlichtcompensatie)
3
UIT
AAN = BLC AAN. Hierbij past de camera de belichting aan in situaties
waarbij het licht richting de camera schijnt. UIT = BLC UIT
AGC (automatische versterkingsregeling)
4
AAN
AAN = AGC AAN. Hierbij past de camera het beeld aan in situaties met
weinig licht. UIT = AGC UIT
5
UIT
Niet gebruikt
Geen flikkeringen. Sluitertijd - PAL: 1/100 seconde NTSC: 1/120 seconde
6
UIT
AAN = FLK AAN om flikkeringen in het beeld te verwijderen. UIT = FLK UIT
LL (lijnvergrendeling). Alleen beschikbaar met 24 V wisselstroom.
7
UIT
AAN = intern UIT = lijnvergrendeling
De camerasynchronisatie instellen op AAN (intern) of UIT (lijnvergrendeling)
8
UIT
Niet gebruikt
De functies V Phase en LL aanpassen
Alleen 24 V wisselstroom: Stel dipswitchpositie 7 in
1
op AAN om lijnvergrendeling te activeren.
Controleer het videosignaal en gebruik een schroeven-
2
draaier om de afstelschroef voor VPH (V phase)
te draaien en het faseverschil tussen camera's aan
te passen.
800-04387 Rev A
Mei 2009
Sluit de voedings- en videokabel aan. Controleer het videosignaal en pas de camera-
1
positie aan. Draai het ophangingszwenkpunt of de vergrendelingsschroef los om
de camera naar links of rechts te draaien en draai de twee kantelschroeven los om
de camera omhoog of omlaag te richten.
Draai de ophanging of beugel niet
te ver, anders kunt u de kabels
beschadigen.
Plaats de onderste koepel voor de lens als dit vereist is voor scherpstelling. Draai
2
de scherpstellingshendel naar links of rechts om de scherpstelling in te stellen met
de onderste vergrendelingsschroef (dichtst bij de cameraprintplaat). Draai de zoom-
hendel naar links of rechts om de brandpuntsafstand in te stellen.
Draai de kantelschroeven, het ophangingszwenkpunt en de vergrendelingsschroef
3
vast om de cardanische ophanging en de camerapositie vast te zetten.
Ophangingszwenkpunt
en vergrendelingsschroef
Kantelschroef
Dipswitches
Afstelschroef voor
Afstelschroef voor VPH
LEVEL (irisniveau)
(V Phase) (alleen 24 V
wisselstroom)
Helderheidsniveau aanpassen
Controleer het videosignaal en gebruik een schroeven-
draaier om de afstelschroef voor LEVEL te draaien
en de compensatie voor het irisniveau in te stellen.
Met L (laag) wordt het beeld donkerder en met H (hoog)
wordt het beeld lichter.
Monitoruitgang
(tweede
videosignaal)