4. Gebruik een geschikte stang en rubberen hamer om
de rotor (G) voorzichtig door de lagerhouder (H) te
duwen.
K
I
5. Verwijder de lagerhouder (H), het excentrische
element (I) en de schroeven (J).
6. Verwijder het lager (K).
7. Reinig en inspecteer de trilkop. Zie
reinigen en inspecteren op pagina 9 .
8. Zet de trilkop weer in omgekeerde volgorde in
elkaar.
OPGELET: Als u de schroeven (J)
vervangt, zorg er dan voor dat ze niet te
lang zijn. Als de schroeven door het
excentrische element gaan, kunnen ze
het binnenoppervlak van de statorbuis
raken. Hiermee voorkomt u dat de rotor
beweegt en het product beschadigd
raakt.
De trilkop reinigen en inspecteren
Let op: Vervang de O-ringen regelmatig.
1. Controleer de trilkop op beschadiging en slijtage.
Vervang beschadigde onderdelen.
2. Reinig alle onderdelen.
OPGELET: Gebruik geen water onder
hoge druk om de aandrijfeenheid te
reinigen.
3. Vul de trilkop met olie, zie
4. Controleer de einddop op beschadiging. Vervang de
einddop als deze beschadigd is.
De einddop monteren
OPGELET: Wacht 6 uur nadat u de einddop
hebt gemonteerd voordat u het product
gebruikt.
1004 - 002 - 23.09.2020
J
G
De trilkop
Smering op pagina 10 .
1. Reinig de schroefdraad van de trilkop voorzichtig.
Zorg ervoor dat de onderdelen droog zijn zonder
olie, vet of vuil.
2. Breng 4 draden draadborgmiddel verticaal aan op de
schroefdraad van de einddop. Zorg ervoor dat u het
juiste type draadborgmiddel gebruikt, zie
Aanhaalmoment en type draadborgmiddel op pagina
10 . Zorg ervoor dat er geen draadborgmiddel in de
trilkop terechtkomt.
3. Giet olie in de einddop. Houd de einddop verticaal
H
en zorg ervoor dat er geen olie op de schroefdraad
van de einddop komt.
4. Houd de einddop verticaal en monteer de statorbuis.
5. Draai de einddop vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment, zie
draadborgmiddel op pagina 10 .
De trilkop monteren
1. Sluit de massakabel aan op de slangnippel op de
trilkop.
2. Breng de schroef aan op de slangnippel en de trilkop
met een draadborgmiddel. Zorg ervoor dat u het
juiste type draadborgmiddel gebruikt, zie
Aanhaalmoment en type draadborgmiddel op pagina
10 .
3. Gebruik connectoren om de draden bij elkaar te
houden. Gebruik thermische isolatie om de draden
aan te sluiten op de stator.
4. Steek de draden in de rode slang en plaats de rode
slang naast de wartel.
5. Gebruik een klem om de slang aan te sluiten op de
slangnippel op de trilkop.
6. Schuif de draden door de wartel in de behuizing van
de frequentieomvormer.
7. Draai de moer vast en plaats de rode slang op de
slangnippel op de frequentieomvormer. Bevestig de
rode slang met een klem.
8. Gebruik connectoren om de draden in de
frequentieomvormer aan te sluiten.
9. Plaats de afdekking op de frequentieomvormer.
OPGELET: Kantel de einddop niet
wanneer u de statorbuis monteert. Als er
olie op de schroefdraad van de einddop
komt, wordt de schroefdraad niet
vergrendeld door het draadborgmiddel.
Aanhaalmoment en type
9