Gebruikershandleiding
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon details of
4. Stel het volgende in.
❏ Printer: Selecteer uw printer.
❏ Voorinstellingen: Kies wanneer u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken.
❏ Papierformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Selecteer een 'randloos' papierformaat wanneer u wilt afdrukken zonder marges.
❏ Afdrukstand: Selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Opmerking:
❏ Als de bovenstaande instellingsmenu's niet worden weergegeven, sluit u het afdrukvenster. Selecteer vervolgens
Pagina-instelling in het menu Bestand en geef de instellingen op.
❏ Selecteer liggend als richting wanneer u op enveloppen afdrukt.
Afdrukken
d
om het afdrukvenster te vergroten.
26