Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

(Digital Signal Processor) Functies; Het Effect Versterken; Instellen Van Parameters Voor Dsp-Geluid - Samsung HT-DM150 Gebruiksaanwijzing

Voor thuistheater
Inhoudsopgave

Advertenties

DSP
(Digital Signal Processor)
Met de DSP-functies kunt u uw muziek met een van de gewenste akoestische
surround-effecten beluisteren. Het geluid dat u in een grote zaal, theater, paviljoen,
dansclub of live-club hoort, bestaat uit het directe geluid en het indirecte geluid—de
eerste reflecties en de latere reflecties via achtermuren. Het directe geluid bereikt de
luisteraar direct zonder enige reflectie of echo. Het indirecte geluid daarentegen wordt
vertraagd door de afstanden tot de muren en het plafond. Deze indirecte geluiden zijn
een belangrijk onderdeel van de akoestische surround-effecten.
Druk op de knop
DSP/DPLII
Mode.
Deze functie werkt alleen in de modus STEREO.
Dit toestel heeft de volgende DSP-functies.
HALL
Geeft heldere zang en het gevoel van een concertzaal.
THEATER
Geeft het gevoel van een theater.
PAVILION
Geeft het ruime gevoel van een paviljoen met een hoog plafond.
DANCE CLUB
Geeft een ritmische dreun zoals in een dancing.
LIVE CLUB
Geeft de sfeer van een live club met een laag plafond.
Deze DSP-functies kunt u gebruiken voor het toevoegen van akoestische surround-
effecten bij weergave van analoge stereobronnen of Lineair PCM digitale software
zodat u het gevoel krijgt dat u werkelijk "aanwezig" bent bij de uitvoering.
De DSP indicator licht op het display op indien u een van de DSP-functies heeft
gekozen.
Beschikbare surroundfuncties in overeenstemming met
het formaat van het ingangssignaal
37
functies
O : Mogelijk, X : Niet mogelijk

Het effect versterken

Het effect versterken
Druk op de DSP/DPL II Effect toets.
Het effectniveau kan in stappen van 1 t/m 4 worden ingesteld
EFFECT1
EFFECT2
EFFECT3
OFF (DEFAULT).
Iedere keer dat de toets wordt ingedrukt verspringt de selectie naar
het volgende niveau.
Hoe hoger het nummer, hoe sterker het DSP surround effect zal zijn.
Opmer
Deze functie werkt alleen in de modus DSP.
king

Instellen van parameters voor DSP-geluid

U kunt de DSP-functies nauwkeurig instellen door drie
parameters te veranderen—kamer, levendigheid en nagalm.
1
Druk op de knop DSP/DPL II Mode.
2
Druk op de knop Sound Edit.
Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding
op het display in de volgende volgorde:
00 R 00
REAR
SW
00 F 00
Normale
REVERB
LIVE
ROOM
aanduiding
(geannuleerd)
ROOM : Voor het instellen van de resonantie gebaseerd op de
afmetingen van de kamer. Des te hoger de ingestelde
waarde, des te effectiever de resonantie (vanaf 04 t/m 16,
instelbaar met stappen van 2).
LIVE (levendigheid) : Voor het instellen van de levendigheid. Des te
hoger de ingestelde waarde, des te levendiger het geluid
zal klinken (vanaf 04 t/m 16, instelbaar met stappen van 2).
REVERB (nagalm) : Voor het instellen van de nagalmtijd van het
geluid (vanaf 0,0 msec t/m 1,6 msec, instelbaar met
stappen van 0,2 msec).
Opmer
Deze functie werkt alleen in de modus DSP.
king
Effect
Wat is een Effect?
Hiermee kan het
effectniveau van de DSP
functie worden ingesteld.
3
Druk op Left/Right (
/
) om de
geluidsparameter voor DSP in te stellen.
38

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave