Inhoudsopgave
Advertenties
8. Installatie
8.1 Transport en opslag
•
Transporteer het instrument voorzichtig, niet laten vallen!
•
Sla de elektrodes op met elektrolytvulling en met aange-
brachte beschermkap.
•
Opslaan op een droge locatie, beschermd tegen direct zon-
licht.
– Opslagtemperatuur voor meetmodules: -5 °C tot +50 °C.
8.2 Uitpakken
•
Let bij het uitpakken op losse onderelen.
•
Controleer de levering om na te gaan of er geen onderdelen
ontbreken.
•
Controleer tevens op transportschade. Nooit beschadigde
onderdelen monteren of aansluiten.
•
Zo snel mogelijk na het uitpakken installeren.
Laat geen vreemde voorwerpen binnendringen in
N.B.
onderdelen die water voeren.
Verpakkingsmateriaal bewaren of volgens de lokale
N.B.
voorschriften afvoeren.
8.3 Installatievereisten
De meetmodule moet zo dicht mogelijk bij de hoofd-
N.B.
waterleiding worden gemonteerd.
De installatie van de toevoerleiding voor monsterwa-
N.B.
ter mag geen koper bevatten. Koper verstoort de
meting en kan de elektroden beschadigen.
•
Omgevingstemperatuur van +5 tot 35 °C op de installatie-
locatie.
•
Trillingsvrije locatie.
8.4 Installatie
Monteer de AQC-D6 meetcel of meetmodule op een
Voorzichtig
vlakke en stabiele ondergrond. De basisplaat nooit
buigen of vervormen.
•
De montagetoebehoren omvatten ophangbouten, pluggen,
veerringen en moeren.
•
Bevestig de AQC-D6 meetcel of de meetmodule aan een ste-
nen of betonnen wand m.b.v. de meegeleverde bevestigings-
materialen. De apparaten niet verdraaien of vervormen.
•
Er kunnen moeren achter de basisplaat worden gemonteerd
om te waarborgen dat de module niet vervormt bij montage op
een oneffen wand.
1. Markeer de plek van de boorgaten en boor ze vervolgens
(∅10 mm). Zie paragraaf
6.3 Maattekening /
2. Duw de pluggen in de wand en schroef de AQC-D6 meetcel of
de meetmodule vast aan de wand.
8
9. Inbedrijfstelling
9.1 Wateraansluitingen
Voorzichtig
Voorzichtig
N.B.
N.B.
9.1.1 AQC-D6 wateraansluitingen
Afb. 8 AQC-D6 met open wateruitlaat
•
Sluit de monsterwatertoevoerleiding aan (slang 6/8 mm).
•
Sluit de monsterwaterafvoerleiding aan.
•
Voer één van de volgende mogelijkheden uit:
– Wanneer een afvoer beschikbaar is, aansluiten
(slang 6/8 mm) op een geschikte afvoer.
– Voer de vloeistof terug in het leidingwerk.
9.1.2 Meetmodule wateraansluitingen
De standaard leveringsomvang omvat één PP en één PVC
insteeksectie elk voor de toevoer en afvoer van de meetmodule
voor aansluiting op een pijp met DN 20.
Kies bij installatie uit één van de volgende mogelijkheden:
boorplan.
•
Een PP-pijp oplassen.
•
Een PVC-pijp er op lijmen (alleen geschikt voor koudwater).
9.1.3 Watersensor van de AQC-D6
1. Schroef de watersensor in de schroefdraad tot aan de stop.
2. Zet vast met de PVDF-ring.
Houd de maximaal toegestane druk- en temperatuur-
waarden aan voor de gebruikte materialen! De meet-
cel mag nooit worden blootgesteld aan drukschok-
ken. De meetcel kan worden gebruikt tot bij een
maximale druk van 8 bar.
Let bij de selectie van de toevoer- en afvoerdoorvoe-
ren op de bestendigheid v.w.b. temperatuur en druk
die optreedt is in uw toepassing.
Houd voor de best mogelijke nauwkeurigheid van de
meetwaarde de doorstroming van het monsterwater
zo constant mogelijk.
Om het systeem compact te houden en drukval te
vermijden, moeten de aansluitleidingen naar de
meetcel of de meetmodule zo kort mogelijk worden
gehouden.
Advertenties
Inhoudsopgave
