PROGRAMMEREN
SIRENE EN ALARMEN
Sirene en alarmen
U kunt de sirene- en alarminstellingen voor bepaalde typen alarmgebeurtenissen
wijzigen.
Instelling
Paneelsirenes
Sirene-aankondiging
Uitgeschakeld
Brandverificatie
Uitgeschakeld
Sirenewaarschuwing
voor zware
Ingeschakeld
weersomstandigheden
Standaard
Alle sirenes uit: De sirene voor alle alarmtypen en ook de
gekoppelde of vast aangesloten externe sirenes zijn
uitgeschakeld. Na 30 minuten wordt de brandsirene weer
ingeschakeld.
Alle sirenes
Alle sirenes aan: Dit is de standaardinstelling waarbij de sirene
aan
voor alle alarmen is ingeschakeld.
Installateur/testmodus: De sirene voor alle alarmtypen en ook de
gekoppelde of vast aangesloten externe sirenes zijn gedurende 30
minuten uitgeschakeld, waarna alle sirenes weer worden
ingeschakeld.
De paneelsirene pauzeert regelmatig om aan te geven welke
locaties het alarm in werking hebben gesteld.
Indien ingeschakeld, heeft het paneel twee brandmeldingen nodig
van de rookdetector (één detector tweemaal of twee detectors elk
eenmaal).
Indien ingeschakeld, klinkt de sirene wanneer het paneel een
alertmelding voor zware weersomstandigheden ontvangt. Indien
uitgeschakeld, gebruikt het paneel het geluid voor zwaar weer.
Beschrijving
NAVIGATIE
Veeg omlaag
voor toegang
INSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
INSTELLINGEN
CODE INVOEREN (1111,
2222)
INSTALLATIE
SIRENE EN
ALARMEN