Installatie
(vervolg)
Verbindingen druk- en temperatuurbestendig uitvoe-
■
ren (maximale stilstandstemperatuur van de collector
in acht nemen).
Niet gebruiken:
teflon (ontbrekende glycolbestendigheid)
–
hennepverbindingen (niet voldoende gasdicht)
–
Installatie volgens EN 12975 met expansievat, veilig-
■
heidsklep en circulatiepomp uitrusten.
Het expansievat moet volgens DIN 4807 toegelaten
■
zijn.
Membranen en afdichtingen van het expansievat en
de veiligheidsklep moeten voor het warmte-over-
drachtsmedia geschikt zijn.
Berekening van de voordruk zie servicehand-
leiding "Vitosol".
Bij werking zonder Solar-Divicon enkel veiligheids-
■
kleppen gebruiken, die aan de volgende voorwaar-
den voldoen:
ontworpen voor 120 °C en max. 6 bar (0,6 MPa)
–
kenletter "S" (Solar) in het onderdeelkenmerk
–
L
P
R
M
S
Afb. 14
Solar-Divicon
A
Afsluitkleppen
B
Terugslagkleppen
C
Zonnecircuitpomp
D
Luchtafscheider
E
F
Afsluitkraan (stelbout boven de debietindicatie
Aftapkraan
G
Debietindicatie
H
Vulkraan
K
T
A
P
K
B
B
L
C
C
D
F
G
E
H
M
O
N
Stagnatiekoeler
L
Expansievat
M
Opvangreservoir
N
Collector
O
Solarregeling
P
Warmwaterboiler
H
)
R
Boilertemperatuursensor
S
Collectortemperatuursensor
T
13