Bedieningsmogelijkheden
4.4 Inbedrijfstellen kamerthermostaat
▶ Schakel de cv-installatie in.
Hierdoor wordt ook de kamerthermostaat van elektrische
spanning voorzien.
Na het inschakelen, stuurt de kamerthermostaat gegevens naar
het cv-toestel. Dit is te zien aan het knipperen van 4 streepjes
in de display. Hierna schakelt de kamerthermostaat naar de
rustdisplay. De rustdisplay geeft de actuele gemeten ruimte-
temperatuur weer.
(knipperend)
Afb. 6
Displayweergave tijdens inschakelen
Indien in de display een andere melding verschijnt, raadpleeg
dan hoofdstuk 8, op pagina 7.
5
Bedieningsmogelijkheden
Veranderen ruimtetemperatuur
5.1
1
Afb. 7
Veranderen ruimtetemperatuur
De dag conforttemperatuur [2] is eenvoudig in te stellen.
▶ Stel met draaiknop [1] de gewenste ruimtetemperatuur in.
De weergave schakelt over van de huidige ruimtetempera-
tuur naar de gewenste temperatuur. Het icoon van de draai-
knop verschijnt in de display. Na korte tijd schakelt het
display naar de huidige ruimtetemperatuur terug.
Het icoon van de draaiknop verdwijnt uit de display.
ModuLine 200 • 7163 7800 (2013/08)
5.2 Instellen nachtverlaging
Met de nachtverlaging kan eenvoudig naar een vaste tempera-
tuur gedurende een vast tijdsduur geschakeld worden. Na de
ingestelde tijdsduur wordt automatisch weer naar dag comfort-
temperatuur geschakeld. De nachtverlaging wordt ingescha-
keld door op toets [3] te drukken.
2
1
71637800-020.1N
Afb. 8
Om de nachtverlaging functie [3] te kunnen gebruiken, stel de
temperatuur en de nachtverlagingstijdsduur op de volgende
wijze in:
▶ open klep [1],
2
▶ temperatuurtoets [4] ingedrukthouden,
▶ instellen temperatuur met draaiknop [2],
3
▶ temperatuurtoets [4] los laten,
▶ zandlopertoets [5] ingerukthouden,
▶ instellen tijdsduur met draaiknop [2],
▶ sluit klep [1].
6
7163 7800-011.1TD
Afb. 9
5
Instellen nachtverlaging en verlagingstemperatuur
Service menu(servicemonteur)
1
1
2
Service menu en functies
5
3
4
7163 7800-10.1TD
2
3
4
5