E
LEKTRISCHE BEDRADING
Voor aan de aansluitingen van apparaten wordt gewerkt,
moet de voedingsspanning uitgeschakeld zijn.
Bedrading aansluiten
I
Sluit de bedrading aan volgens het schema van elk systeem.
I
Alleen een gekwalificeerde elektricien mag de bedrading
aansluiten.
I
Alle gebruikte, ter plaatse geleverde materialen, moeten voldoen
aan de ter plaatse geldende voorschriften.
I
Gebruik alleen koperen bedrading.
Bedrading aansluiten
I
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een andere
manier om te onderbreken, met een contactscheiding in alle
polen, aanwezig zijn die voldoet aan de toepasselijke wetgeving.
Schakel de hoofdschakelaar niet aan vooraleer alle bedradingen
voltooid zijn.
I
Het is toegestaan om per schakelaar meerdere units te mon-
teren. Daarbij is echter de nodige voorzichtigheid gehouden.
I
Sluit de voeding van elke unit aan via een schakelaar en een
zekering, zoals in het schema is weergegeven.
I
Aard het systeem systematisch.
Voorbeeld compleet systeem
VRV
3
4
VRV
2
VRV
2
Voedingsbekabeling
Besturingsbekabeling
Schakelaar
Zekering
1
VRV buitenunit
2
VRV binnenunit
3
Voeding
4
Hoofdschakelaar
5
Afstandsbediening
VAM150+250FC
Warmtewisselaar
HRV (Heat Reclaim Ventilation of Hergebruik van warmte)
4P415946-1 – 2015.08
1
5
5
Specificaties elektrische componenten
VAM
Units
Model
50 Hz
60 Hz
(*)
Voeding
MCA
(A)
MFA
(A)
(*)
Ventilatormotor
KW
(kW)
FLA
(A)
(*) MCA: Min. Circuit Ampèrage (A)
MFA:
Max, Zekering Ampèrage (A)
KW:
Nominaal ventilatormotor (kW)
FLA:
Vollast Ampèrage (A)
LET OP
Zie voor meer details de ELEKTRISCHE GEGEVENS.
Specificaties voor niet meegeleverde zekeringen en
bedrading
VAM
Type
Voedingsbekabeling
Niet meegeleverde
zekeringen
Kabel
Afmeting
Besturingsbekabeling
Kabel
Afmeting
Voorzorgsmaatregelen
1
Sluit nooit draden van verschillende dikte aan op dezelfde
aansluiting van de voeding. Slechte verbindingen kunnen leiden
tot oververhitting.
Gebruik, als meerdere draden op dezelfde voeding worden
aangesloten, altijd 2 mm
HRV
Draden van gelijke dikte
2
Zorg dat de totale stroom in de crossoverbekabeling nooit meer
dan 12 A wordt.
Als meerdere draden op dezelfde voeding worden aangesloten
met een grotere dikte dan 2 mm
het aansluitpaneel uit volgens de ter plaatse geldende
HRV
voorschriften.
De aftakking moet gelijkwaardig of beter geïsoleerd zijn dan de
voedingsbekabeling zelf.
3
Sluit op een massa-aansluiting nooit bedrading van een
verschillende dikte aan. Door een slechte verbinding wordt de
aarding slechter.
4
Zorg dat de afstand tussen voedingsbekabeling en andere
bekabeling groot genoeg is om interferentie te voorkomen.
5
Raadpleeg voor de bedrading van de afstandsbediening
"Installatiehandleiding van de afstandsbediening".
150F
JVE, 5VE
Voeding Max.264 V Min.198 V
Voeding Max.242 V Min.198 V
0,9
16
0,03x2
0,4x2
150F
JVE, 5VE
16 A
H05VV-U3G
Gebruikte bekabeling volgens lokale voorschriften.
Afgeschermde kabel (2-aderig)
2
0,75-1,25 mm
2
(Ø1,6) kabel.
Draden van verschillende dikte
2
(Ø1,6) voer dan de kabel naar
250F
0,9
16
0,03x2
0,4x2
250F
Installatiehandleiding
6