eNet radiosignaalmeter
LED (1) brandt rood. Het eNet apparaat is geselecteerd.
Er kan altijd slechts één eNet apparaat worden geselecteerd. De selectie blijft na het uit-
schakelen van het diagnoseapparaat behouden. Een nieuw geselecteerd apparaat ver-
vangt het vorige apparaat.
■
Op het geselecteerde eNet apparaat meer telegrammen activeren.
LED (1) van het diagnoseapparaat geeft de signaalkwaliteit van de ontvangen telegram-
men ca. 3 seconden weer. Daarna brandt de LED (1) weer rood.
De indicatie van de LED wordt bij elk nieuw ontvangen telegram geactualiseerd. Bij wis-
selende signaalkwaliteit kan de LED gaan flikkeren.
LED brandt groen
LED brandt afwisselend groen en rood
LED brandt rood
Indicatie van de signaalkwaliteit van radiografische eNet-zenders, actoren of sensoren
In deze bedieningsmodus worden alle eNet telegrammen geanalyseerd behalve de telegram-
men van het onder eNet Send geselecteerde apparaat.
Tijdens de diagnose moet een eventueel aanwezige eNet server worden uitgeschakeld.
Knop On van kanaal 2 indrukken.
■
Bedieningsmodus eNet Status is ingeschakeld.
LED (1) van het diagnoseapparaat geeft de signaalkwaliteit van de ontvangen eNet-tele-
grammen ca. 3 seconden weer. Daarna brandt de LED rood.
De indicatie van de LED wordt bij elk nieuw ontvangen telegram geactualiseerd. Bij wis-
selende signaalkwaliteit kan de LED gaan flikkeren.
■
Telegrammen van een radiografische zender of sensor activeren.
of
■
Knop Prog van een actor of energiesensor indrukken.
LED brandt groen
LED brandt afwisselend groen en rood
LED brandt rood
Toepassingsvoorbeeld: Bereiken de statustelegrammen van alle met een radiografische zender
verbonden actoren deze radiografische zender?
Daarvoor de radiografische zender met bedieningsmodus eNet Send selecteren, zodat de tele-
grammen van de radiografische zender niet worden geanalyseerd. Naar de bedieningsmodus
eNet Status overschakelen. Met de radiografische zender de actoren bedienen. Brandt de LED
(1) groen, dan komen alle statustelegrammen van de actoren op de radiografische zender aan.
Weergave van externe radiografische signalen
In deze bedieningsmodus worden externe radiografische signalen op de frequentieband 868,3
MHz als zogenaamde „signaal-ruis-afstand", d.w.z. de afstand tussen een maximumniveau van
het externe radiografische signaal en het ruisniveau, weergegeven. Daartoe behoren ook eNet
radio van het eigen of een ander project.
82587123
J0082587123
Signaalkwaliteit is voldoende voor een veilige
verbinding.
Signaalkwaliteit ligt voor een veilige verbinding
in het grensgebied.
Signaalkwaliteit is niet voldoende voor een
veilige verbinding, of er is geen ontvangst aan-
wezig.
Signaalkwaliteit is voldoende voor een veilige
verbinding.
Signaalkwaliteit ligt voor een veilige verbinding
in het grensgebied.
Signaalkwaliteit is niet voldoende voor een
veilige verbinding, of er is geen ontvangst aan-
wezig.
3 / 6
20.12.2019