Veiligheidsmaatregelen • Lees zorgvuldig deze veiligheidsmaatregelen om een correcte installatie te waarborgen. • Deze handleiding verdeelt de veiligheidsmaatregelen onder in WAARSCHUWING en VOORZICHTIG. Leef alle onderstaande veiligheidsmaatregelen steeds na, omdat ze allemaal voor de veiligheid belangrijk zijn. WAARSCHUWING..Het negeren van een WAARSCHUWING kan ernstige gevolgen hebben en zelfs dodelijke ongevallen tot gevolg hebben.
Pagina 6
VOORZICHTIG • Installeer de airconditioner niet op plaatsen waar het gevaar bestaat van lekkage van ontvlambaar gas. Indien gas lekt en zich aldus ophoopt rondom de unit, kan het in brand schieten. • Plaats de afvoerleiding zoals in deze handleiding beschreven. Een slecht geplaatste leiding kan een overstroming tot gevolg hebben.
Voorzorgsmaatregelen bij het selecteren van de plaats 1) Kies een plek die stevig genoeg is om het gewicht en de trillingen van de unit te weerstaan en waar het werkingsgeluid niet wordt versterkt. 2) Kies een plaats waar de hete lucht uit de unit of het door de unit geproduceerd geluid de buren van de gebruiker niet kunnen storen.
Installatietekeningen voor de buitenunit Wikkel afwerkingstape op de isolatiebuis van onderaan tot bovenaan. Max. toegestane lengte 15 m Min. toegestane lengte 1,5 m Max. toegestane hoogte 12 m Extra koelmiddel nodig voor koelmiddelbuis 20 g/m langer dan 10 m. Gasleiding Buitendiam.
Richtlijnen voor de installatie • Volg de volgende installatierichtlijnen wanneer zich een muur of een andere hindernis bevindt op de weg van de luchtinlaat of -uitlaat van de buitenunit. • Voor elk van de volgende installatiepatronen mag de muur langs de kant van de uitlaat maximum 1200 mm hoog zijn. Muur langs een zijde Muren langs twee zijden Meer dan 50...
De buitenunit installeren Het uiteinde van de leiding (Snijd exact af volgens verbreden. Verwijder de bramen. rechte hoeken). 1) Snijd het uiteinde van de buis af met een Verbreden Doe dit exact op de plaats getoond op de onderstaande afbeelding. buissnijder.
Pagina 11
De buitenunit installeren Ontluchten en op gaslekken controleren. • Wanneer alle buizen zijn aangesloten, moet worden ontlucht en gecontroleerd of er geen gaslekken zijn. WAARSCHUWING 1) Vermeng geen andere substantie dan het voorgeschreven koelmiddel (R410A) in de koelcyclus. 2) Wanneer er koelgas lekt, verlucht de kamer zo snel mogelijk en zoveel mogelijk. 3) R410A, alsook andere koelmiddelen, dient altijd afgedekt te worden en nooit rechtstreeks in het milieu vrijgegeven te worden.
Pagina 12
De buitenunit installeren Opnieuw vullen met koelmiddel. Controleer op het naamplaatje van de machine welk type koelmiddel moet worden gebruikt. Voorzorgsmaatregelen bij het toevoegen van R410A Vul bij in vloeibare toestand via de vloeistofbuis. Omdat dit koelmiddel een mengsel is, kan het bijvullen in gasvorm ertoe leiden dat de samenstelling van het koelmiddel verandert, waardoor normaal bedrijf niet mogelijk is.
De buitenunit installeren De koelleidingen aansluiten. 7-1 Opgelet met deze leidingen. Muur Plaats een dop. 1) Zorg ervoor dat er geen stof en vochtigheid in de buis via het open uiteinde kunnen binnendringen. Regen Indien er geen trompdop 2) Alle bochten in de leidingen dienen zo soepel mogelijk gemaakt te beschikbaar is, dek de trompopening dan af worden.
Bedrading WAARSCHUWING 1) Gebruik geen kabels met stopcontacten, geslagen draden, verlengsnoeren of gekruiste aansluitingen, omdat deze oververhitting, elektrische schokken of brand kunnen veroorzaken. 2) Gebruik geen ter plaatse aangekochte elektrische onderdelen in het product. (Vertak niet de stroomtoevoer voor de afvoerpomp enz., vanuit het aansluitingenblok.) Anders kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Pagina 15
Bedrading VOORZICHTIG Wanneer de verbindingsdraden worden aangesloten op het klemmenbord met een eenaderige draad, is het noodzakelijk om de draad te krullen. Indien deze bedrading niet goed wordt uitgevoerd, kan in bedrijf oververhitting en brand ontstaan. Verwijder Teveel isolatie verwijderen de isolatie kan elektrische schokken of lekken veroorzaken.
Proefdraaien en eindcontrole Proefdraaien en testen. 1-1 Meet de voedingsspanning en controleer of deze binnen het voorgeschreven gebied ligt. 1-2 Het proefdraaien dient zowel in de stand Koeling als in de stand Verwarming te worden uitgevoerd. Voor de warmtepomp •...