>
U hoort het ingestelde volume. In het display verschijnt achter
het melodienummer het nummer van het ingestelde volume.
Dit kan variëren van 0 (heel zacht) tot 5 (heel hard).
5
Druk op
>
De melodie en het volume zijn ingesteld. U keert automatisch
terug naar de ruststand.
Belsignaal tijdelijk uitschakelen
Als u gebeld wordt, kunt u het belsignaal uitschakelen, bijvoorbeeld
als u uw omgeving niet wilt storen. U kunt het gesprek gewoon
aannemen. Het belsignaal wordt weer ingeschakeld wanneer u de
verbinding verbreekt.
>
De handset gaat over.
1
Druk op `/C.
>
Het belsignaal stopt.
2
Druk op n om het gesprek aan te nemen.
>
Zodra u de verbinding verbreekt, wordt het belsignaal auto-
matisch ingeschakeld.
4.3
Microfoon in- en uitschakelen
Tijdens een gesprek kunt u de microfoon van de handset uit-
schakelen. Uw gesprekspartner kan u dan niet meer horen.
Vervolgens kunt u overleggen met uw huisgenoten.
>
U bent in gesprek.
1
Druk op `/C.
>
In het display verschijnt `. De microfoon is uitgeschakeld.
3
Druk op `/C om de microfoon weer in te schakelen.
>
Het symbool ` verdwijnt uit het display.
4.4
Toetsbeveiliging in- en uitschakelen
Als u de handset bij u draagt, is het mogelijk dat u per ongeluk een
toets indrukt. Om dit te voorkomen, kunt u toetsbeveiliging inscha-
kelen. Als de toetsbeveiliging is ingeschakeld, kunt u inkomende
gesprekken gewoon beantwoorden. De toetsbeveiliging blijft dan
ingeschakeld. Als u zelf wilt bellen, moet u deze functie eerst uit-
schakelen.
Druk op "/P en vervolgens op ?.
1
>
In het display verschijnt ......... . De toetsbeveiliging is ingescha-
keld. U kunt de toetsbeveiliging weer uitschakelen door de
bovenstaande handelingen te herhalen of door de handset op
het basisstation te plaatsen.
18
.
int/ok