HANDLEIDING
MS910
vervolgens de sensor in de peilstokhouder zodat de olietemperatuur
kan worden gemeten.
Figuur 12. De olietemperatuursensor
Na de roetmeting of controle van de motortemperatuur verwijdert u de
olietemperatuursensor weer uit de motor. Verwijder overvloedige olieresten met een
doek. Vergeet niet de peilstok terug te plaatsen in de peilstokhouder!
Opnamesonde
Gebruik de juiste opnamesonde. Opnamesonde 1 heeft een doorsnede van 10 mm
en wordt gebruikt voor uitlaten met een diameter kleiner dan 70 mm. Opnamesonde
2 heeft een doorsnede van 27 mm en wordt gebruikt voor uitlaten met een diameter
gelijk of groter dan 70 mm.
Plaats de opnamesonde zover mogelijk in de uitlaat. Zorg ervoor dat er een goede
stroming in de opnamesonde kan plaatsvinden. Voorkom te scherpe buiging van de
sonde of 'knikken'.
Figuur 13. Plaatsing van de opnamesonde
De temperatuur van de opnamesonde kan tijdens een test oplopen tot ca. 200
ºC. Draag altijd handschoenen als u de opnamesonde hanteert!
Als u tijdens een roetmeting een nulpuntskalibratie uitvoert, zorg er dan voor
dat de opnamesonde uit de uitlaat is verwijderd!
AUTEC - VLT Automotive Equipment (divisie van Autec Hefbruggen bv)
12
Industrieterrein IJsselveld, Vlasakker 11, 3417 XT MONTFOORT, The Netherlands
Tel: +31 348 477000 - Fax: +31 348 475104 - Internet:
www.autec-vlt.nl
- E-mail:
info@autec-vlt.nl