Besturing met de afstandsbediening
Soorten knoppen
Gebruikers kunnen de voorgeconfigureerde knoppen gebruiken om de drone en de camera te besturen.
Ook kan de DJI GO 4-app worden gebruikt om functies aan de aanpasbare knoppen toe te wijzen. Er zijn
drie soorten knoppen:
1. Voorgeconfigureerde knoppen voor besturing van de drone, bijv. de pauzeknop, RTH-knop, etc.
2. Voorgeconfigureerde knoppen voor cameraregeling, bijv. de sluiterknop, de opnameknop, knop voor
scherpstelling, etc.
3. Aanpasbare toetsen en knoppen die met de DJI GO 4-app kunnen worden ingesteld.
De afstandsbediening in- en uitschakelen
Volg de onderstaande stappen om de afstandsbediening aan en uit te zetten.
1. Druk eenmaal op de aan/uit-knop om het huidige laadniveau te controleren. Laad de afstandsbediening
op als het accuniveau te laag is.
2. Druk vervolgens op de aan/uit-knop en houd deze ingedrukt om de afstandsbediening in te schakelen.
3. Herhaal stap 2 om de afstandsbediening na gebruik uit te schakelen.
Afstandsbediening koppelen
Koppeling is alleen nodig wanneer voor de eerste keer een nieuwe afstandsbediening wordt gebruikt. Volg
de stappen hieronder om een afstandsbediening te koppelen:
1. Schakel de afstandsbediening in, sluit hem aan op je mobiele apparaat en schakel DJI GO 4 in.
2. Schakel de drone in.
3. Ga naar Camera View (camerazicht) en druk op de hieronder afgebeelde knop voor het koppelen van
de afstandsbediening.
4. De DJI GO 4-app geeft een aftelbox weer, de afstandsbediening is gereed voor het koppelen en op het
display wordt 'Connecting' (verbinding maken) weergegeven, terwijl er een pieptoon klinkt.
©
2018 DJI Alle rechten voorbehouden.
9