Aan de slag
De apparatuur aansluiten
1
Verlaag het volume van het
aangesloten apparaat
PHONES-aansluiting
Hier kunt u een
hoofdtelefoon
aansluiten.
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u
aansluitingen maakt om defecten of storingen aan de apparatuur te
voorkomen.
3
Sluit uw gitaar aan
INPUT-aansluiting
Sluit uw gitaar aan. De INPUT-aansluiting dient ook als
stroomschakelaar. De stroomvoorziening wordt ingeschakeld
wanneer u een kabel op de INPUT-aansluiting aansluit. De
stroomvoorziening wordt uitgeschakeld wanneer de kabel
wordt losgekoppeld.
* Verlaag altijd eerst het volume voor u het apparaat in- of
uitschakelt. Zelfs als u het volume verlaagd hebt, hoort u mogelijk
geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Dit is normaal en
wijst niet op een defect.
De batterijen plaatsen
Plaats vier alkalinebatterijen (AA, LR6) in het batterijvak aan de onderkant van het apparaat.
* Wanneer u het apparaat omkantelt, moet u de knoppen en regelaars beschermen tegen schade. Ga ook voorzichtig om
met het apparaat, laat het niet vallen.
* Verkeerd gebruik van de batterijen kan leiden tot explosie en lekkende vloeistof. Zorg ervoor dat u alle voorschriften
inzake batterijen opgesomd in de hoofdstukken "HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN" en "BELANGRIJKE OPMERKINGEN"
(apart blad "HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN" en de gebruikershandleiding (p. 12)) naleeft.
* We raden aan dat u de batterijen in het apparaat laat, zelfs als u de netstroomadapter gebruikt. Zo kunt u blijven spelen,
zelfs wanneer het snoer van de netstroomadapter per ongeluk losraakt van het apparaat.
* Om defecten of ongelukken te voorkomen, plaatst of vervangt u batterijen voordat u het apparaat op andere apparaten
aansluit.
* "BATTERY LOW" wordt weergegeven op het display als de batterijspanning laag is. Plaats nieuwe batterijen.
2
4
Schakel de versterker(s) in
OUTPUT-aansluiting
Sluit deze aan op uw
gitaarversterker of mixer. Wanneer
u een mono-verbinding gebruikt,
gebruik dan alleen de L/MONO-
aansluiting.
2
Sluit uw apparatuur aan op de
OUTPUT-aansluiting(en)
AUX IN-aansluiting
Gebruik een stereo mini-jack om
uw audiospeler aan te sluiten.
Gebruik de volumeregeling van
uw audiospeler om het volume
van de OUTPUT-aansluitingen
en de PHONES-
aansluiting te regelen.
CTL2, 3/EXP2-aansluitingen (Verbinding maken met externe pedalen)
U kunt verschillende parameters beheren door een expressiepedaal (Roland
EV-5: apart verkrijgbaar) of een voetschakelaar (FS-5U, FS-6, FS-7: apart
verkrijgbaar) aan te sluiten.
Raadpleeg "Instellingen voor CTL1, EXP1 en een extern pedaal" (p. 9) voor
meer informatie over de instellingen.
USB COMPUTER-poort
Gebruik een
USB-kabel om
een computer
aan te sluiten en
audiogegevens
tussen de GT-1 en
de computer uit te
wisselen (p. 8).
DC IN-aansluiting
Deze aansluiting dient
voor het aansluiten van
een netstroomadapter
(BOSS PSA-reeks; apart
verkrijgbaar).
Gebruik alleen de opgegeven
netstroomadapter (PSA-reeks)
en sluit deze aan op een
stopcontact met de juiste
spanning. Gebruik geen andere
netstroomadapter. Dit kan tot
storingen leiden.