Inleiding
Wij danken u voor de aanschaf van dit hoogwaardig product. Om het risico op ongelukken en letsel zo
veel mogelijk uit te sluiten, verzoeken wij u te allen tijde de basisveiligheidsvoorschriften in acht te
nemen bij ingebruikname van dit product. Leest u alstublieft deze gebruikershandleiding zorgvuldig door
en stel zeker dat u de inhoud ervan begrepen heeft.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig.
Transport en opslag
•
Let bij het transporteren van de elektromotor erop dat deze in een rechte positie wordt opgesteld
en zich op een rechte ondergrond bevindt. Indien de motor met behulp van een kraan wordt
voortbewogen,
schokbewegingen. Houdt de motor weg van regen en let erop dat er geen vloeistoffen in het
apparaat terecht komen.
•
Bewaar elektromotoren op een droge en schone plaats. Stel motoren rechtop op. Voorkom
blootstelling aan trillingen en vibraties. Indien de motor na een langere periode niet is gebruikt
en hierdoor vocht is opgetreden, dient u eerst de isolatieweerstand met behulp van een
megaohmmeter (max. 500 V) te controleren.
Voorbereiding
1.
Controleer voor ingebruikname van de motor de isolatieweerstand met behulp van een
megaohmmeter. De isolatieweerstand tussen de motorwikkeling en aarding dient met een
controlespanning van 500 V meer dan 1 MΩ te bedragen.
2. Controleer de spanningsleiding: verbind de spanningsleiding aan de hand van de specificaties
van de typeplaat van de motor. Zorg bij een motor met dubbele spanning ervoor dat de
motorspanning en de bedrijfsspanning op de typeplaat van de motor gelijk zijn.
3. Controleer de schakelaar. De specificaties en capaciteiten van de te gebruiken
bedieningsschakelaar dienen aan de op het typeplaatje aangegeven informatie te voldoen. Dit
is bijvoorbeeld de actuele capaciteit van de zekering.
4. Controleer de omgeving en zorg ervoor dat de omgeving van de motor vrij is van bijtende
gassen, water, ijzerspaan en katoenvezels. Deze mogen niet in de motor terecht komen. Zorg
ervoor dat de motor gemakkelijk kan ventileren en de afvoer van warme lucht niet belemmerd
wordt.
5. Controleer de geaarde verbinding. Het frame van de motor dient geaard te zijn, zodat de
veiligheid gewaarborgd kan worden.
6. Let erop dat de motor vrij kan bewegen en draaien. Voordat u de motor installeert, draait u de
schachtverlenging langzaam met de hand, zodat u vast kunt stellen dat de rotor probleemloos
draait en niet tegen andere delen of objecten komt. De rotor dient los, makkelijk en snel te
kunnen draaien. Controleer na het installeren van de motor ook of de aandrijfrijm of koppeling
correct en voldoende flexibel aangesloten zijn.
7. Controleer alle kabels voordat u de motor start. De motor kan alleen correct functioneren indien
de kabels correct volgens het aansluitschema zijn aangesloten. Neem het aansluitschema erbij
om de richting van de verbindingen te veranderen.
8. De ingebruikname dient naar de techniekstandaarden en normen te gebeuren.
https://www.XPOtool.com
The Tool Experts
dient
dit
langzaam
Artikel 62000–62009
en
voorzichtig
te
gebeuren.
Vermijd
pagina 3
04 2023-1
hierbij