Wissen van opgeslagen cue- of
lus-punten
1 Laad het muziekstuk waaruit u de cue-punten of lus-
punten wilt wissen.
2 Raak [CUE/LOOPCALLc] of [CUE/LOOPCALLd] aan om
het te verwijderen punt op te roepen.
Het muziekstuk schakelt over naar het opgeroepen punt en pauzeert
daar ("cuet").
! Als er meerdere punten zijn opgeslagen, wordt er telkens wanneer
u de toetsen [CUE/LOOP CALL c] of [CUE/LOOP CALL d] aanraakt,
een ander punt opgeroepen.
3 Raak [DELETE] aan.
[
DELETE] verschijnt op het hoofddisplay van dit toestel en de geselec-
teerde puntinformatie wordt gewist.
! Wanneer een opgeslagen lus die is ingesteld als actieve lus wordt
gewist, wordt de actieve lus zelf daarmee ook gewist.
Instellen van het cue-punt voor de
Auto-cue functie
Het cue-punt dat ingesteld moet worden voor de auto-cue functie kan
worden geselecteerd op één van de manieren hieronder.
Instellen van het cue-punt na identificatie als stil
gedeelte op basis van het akoestische drukniveau
(8 niveaus)
–36 dB, –42 dB, –48 dB, –54 dB, –60 dB, –66 dB, –72 dB of –78 dB
Automatisch instellen van opgeslagen cues als
cue-punten
Het opgeslagen cue-punt in [MEMORY] dat het dichtst bij het begin
van het muziekstuk ligt, wordt ingesteld als cue-punt voor de auto-cue
functie.
! Wanneer [MEMORY] is ingesteld, zal [A. CUE] wit oplichten op het
display van het hoofdtoestel.
De instelling van het cue-punt voor de auto-cue functie kan worden
veranderd op één van de volgende manieren.
1 Raak [MENU (UTILITY)] langer dan 1 seconde aan.
Het [UTILITY]-scherm verschijnt.
2 Draai aan de keuzedraaiknop en druk de knop dan in.
Kies [AUTO CUE LEVEL].
3 Draai aan de keuzedraaiknop en druk de knop dan in.
Selecteer het akoestische drukniveau of [MEMORY].
Beatsprong gebruiken
De afspeelpositie kan worden verplaatst volgens de lengte van de gese-
lecteerde beat.
! Als een lus is ingesteld, werkt dit als een lusbeweging.
1 Raak [PERFORM] aan.
2 Selecteer de lengte van de beat en aanraking.
De afspeelpositie wordt verplaatst volgens de lengte van de geselec-
teerde beat.
! Als het BPM-tempo van het muziekstuk niet meetbaar is, wordt een
BPM-tempo van 130 ingesteld.
! Wanneer de kwantiseringsfunctie is ingeschakeld, wordt het geluid
aangepast aan de beat, zodat er een kleine vertraging kan optreden
in de uitvoering van de functie.
Lusverplaatsing gebruiken
De weergavepositie van de lus kan worden, verplaatst volgens de lengte
van de geselecteerde beat.
1 Raak [PERFORM] aan.
2 Stel de lus in.
3 Selecteer de lengte van de beat en aanraking.
De lusweergavepositie wordt verplaatst volgens de lengte van de gese-
lecteerde beat.
! Als het BPM-tempo van het muziekstuk niet meetbaar is, wordt een
BPM-tempo van 130 ingesteld.
! Wanneer de kwantiseringsfunctie is ingeschakeld, wordt het geluid
aangepast aan de beat, zodat er een kleine vertraging kan optreden
in de uitvoering van de functie.
Gebruiken van de slip-weergave
Wanneer de slip-weergave is ingeschakeld, gaat de normale weergave
met het oorspronkelijke ritme door op de achtergrond tijdens pauze
(vinyl-stand), scratchen, lusweergave, hot-cue weergave en achteruit
afspelen. Wanneer de slip-weergave wordt geannuleerd, zal de nor-
male weergave worden hervat vanaf het punt dat was bereikt toen de
slip-weergave werd ingeschakeld.
! Wanneer de kwantiseringsfunctie is ingeschakeld, kan eer kleine
vertraging optreden bij het gebruiken van deze toets om de beat te
kunnen synchroniseren.
(alleen slip-beatlus, slip omkeren, slip-hot-cue en sliplusbeweging)
Schermweergave in slipmodus
! Wanneer u in de slipmodus bent, licht [SLIP] onderaan links op het
scherm blauw op.
! Tijdens de slipmodus wordt de huidige weergavepositie aangegeven
door een gele lijn op het golfvormdisplay van het hoofdtoestel (alge-
hele golfvorm of vergrote golfvorm). De positie die op de achtergrond
speelt, wordt aangegeven met een witte lijn op het golfvormdisplay
van het hoofdtoestel (algemene golfvorm). Deze wordt ook aangege-
ven op het slip-weergavedisplay van de instelknop.
Slip-weergave pauzeren
1 Druk op de [JOG MODE VINYL]-toets.
Zet de instelfunctie op VINYL.
= Omschakelen van de instelknopfunctie (blz. 22 )
2 Raak [SLIP] aan.
De weergavefunctie schakelt naar de slip-weergave.
3 Druk tijdens weergave op de [PLAY/PAUSE/f]
toets.
Tijdens het pauzeren gaat op de achtergrond de normale weergave door.
27
Nl