Uitlijning en montage geleiders
4
Pas de stand van de geleiders aan, zodat ze precies parallel aan elkaar staan. Ga hierbij uit van de diago-
nale lijnen tussen de geleiders; de afmeting van deze lijnen moet goed op elkaar zijn afgestemd.
U kunt hiervoor zorgen door de ruimte tussen de geleidersteunen aan te passen.
Gebruik hier eventueel onderstaande formule voor:
- P1 = P2 ± 1 mm
- D1 = D2 ± 2 mm
Wanneer de geleiders correct staan afgesteld, kunt u de schroeven vastdraaien.
5
Plaats de cassette haaks op de geleider
en schuif deze in de bevestigingsklemmen
achter op de geleiders.
6
Schuif de voorste bevestigingsklemmen aan
de voorkant tegen de cassette. Draai de klemmen
stevig vast. Houd het doek een stukje afgerold,
zodat de voorlijst gescheiden blijft van de cassette.
Inbus 6
Steeksleutel 13
5