Advertenties
6. INSTRUCTIES OM TE SPRINGEN
Elke springer moet beginnen met het leren van rustige en gecontroleerde sprongen. Veilig landen vormt de basis
van trampolinespringen en is belangrijk om as eerste te leren. Een gebrek aan deze vaardigheden kan leiden tot
ernstige letsels.
Zowel de springer als de instructeur moeten er rekening mee houden dat een stabiel evenwicht bij elke sprong de
basis vormt van succesvol trampolinespringen.
De stoptechniek is even belangrijk als het springen. Correct stoppen is een van de belangrijkste veiligheidsmaat-
regelen bij het trampolinespringen. Bij verlies van controle over de sprong en/of het evenwicht moet de springer
snel reageren om letsels te voorkomen. Om dit te bereiken moet de springer gewoon door zijn knieën buigen voor-
dat hij op de springmat landt. Dit is de veiligste manier om de sprong te stoppen en ongelukken te voorkomen.
Tijdens het leren en oefenen van trampolinesprongen is het aan te raden om een persoon langs de trampoline te
hebben staan om de springer te helpen als dat nodig is. Trampolinespringen is een fysieke belasting en mag niet
te lang duren. Een vermoeide springer kan gemakkelijk bezwijken voor fouten tijdens het springen, waardoor de
kans op letsels sterk toeneemt.
Hoge trampolinesprongen worden beschouwd als gevorderde sprongen en mogen niet aan onervaren springers
worden toegestaan. Het is uiterst belangrijk om er zeker van te zijn dat de hoogte van de sprong overeenkomt met
de ervaring van de springer.
LET OP:
Beginners moeten de basislichaamshoudingen leren en de in deze handleiding beschreven
basissprongen oefenen.
Ga om te leren balanceren en springen in het midden van de springmat staan en spring zachtjes op
en neer om de beweging te controleren. Verhoog de intensiteit geleidelijk aan en keer bij elke sprong
terug naar dezelfde positie op de springmat.
Focus op de springmat bij het springen, want als u dat niet doet, kan het snel leiden tot verlies van
evenwicht en valpartijen.
Voer geen salto's uit zonder toezicht! Salto's mogen alleen worden uitgevoerd door ervaren springers
onder toezicht van een deskundige en met passende veiligheidsmaatregelen.
12
INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING - PRIMUS PREMIUM - ROND
7. BASISTRAMPOLINESPRONGEN
DE JUMPING JACK:
1. Start vanuit een staande positie met de voeten op
schouderbreedte, het hoofd omhoog en de ogen op
de trampolinemat.
2. Zwaai uw handen naar voren, boven uw hoofd en
naar achteren in een cirkelvormige beweging.
3. Breng al in de lucht je voeten samen en richt je tenen.
4. Land terug op het midden van de mat met uw voeten
op schouderbreedte (gelijk aan startpositie).
DE PRAYING MANTIS (BIDSPRINKHAAN):
1. Begin met een lage sprong.
2. Land op uw knieën op schouderbreedte, houd uw rug
recht en houd uw armen gestrekt om het evenwicht
te bewaren.
3. Spring terug naar de startpositie door gebruik te
maken van het springmomentum en uw armen naar
boven te zwaaien.
DE FRONT DROP:
1. Begin met een paar keer zachtjes op en neer te
springen.
2. Spring omhoog en land op uw handen en knieën.
3. Duw uzelf af met uw handen en spring terug naar de
rechtopstaande positie.
BOTTOM BOUNCE:
1. Begin met een basisstartpositie. Spring op, richt u op
het midden van de springmat.
2. Land met uw benen gestrekt voor u, met uw handen
aan beide zijden van uw heupen en houd uw rug recht
3. Duw uzelf met uw handen omhoog om terug te keren
naar de startpositie.
13
Advertenties
