2.
Algemene informatie
Product: Axiaal ventilator
Type:
DAF1500 en DAF3900
• De DAF15000 en DAF3900 zijn ontworpen om gebruikt te worden in combinatie met slangen en/of stofzakken. Deze zijn
in principe niet geschikt om vrij uitblazend te ventileren voor bijvoorbeeld verkoeling of om sneller te drogen.
• Deze ventilatoren worden ingezet in de scheepsbouw, industrie, onderhoud en reiniging van scheepsruimen, tanks venti-
latiekokers, rioolwerken, tunnel- en bruggenbouw, etc.
• Overal waar frisse lucht ingeblazen dient te worden en kwalijke gassen, dampen en stoffen afgezogen moeten worden,
kunnen deze ventilatoren worden ingezet.
3.
Veiligheidswaarschuwingen
Deze gebruiksaanwijzing geeft informatie en instructies voor een juist en veilig gebruik van het apparaat.
Veel ongelukken komen voort uit een onjuist gebruik. Daarom dient men de aanwijzingen in deze gebruikershandleiding altijd
op te volgen. Verder moet men altijd de veiligheidsmaatregelen tijdens de werkzaamheden aan de apparatuur in acht nemen.
Lichamelijk letsel kan worden veroorzaakt door:
• Verbranding door aanraking van de motor.
• Elektrocutie door aanraking van elektrische componenten.
• Elektrocutie door aanraking van delen onder spanning i.v.m. kortsluiting in de motor.
• Verminking door aanraken van draaiende waaier.
• Binnentrekken of insluiten van kleding.
• Het uitwerpen van delen van de installatie (breuk).
• Stoten tegen spitse en/of scherpe delen van de installatie.
Schade aan apparatuur kan worden veroorzaakt door:
• Uitwendige krachten
• Corrosie
• Wateroverlast
• Erosie
• Vermoeiing
• Te hoge temperatuur
• Stootbelasting
• Transport
• Onbalans van de ventilator (trillingen)
• Heetlopen van de motor (door overbelasting)
4.
Algemeen gebruik
De DAF1500 en DAF3900 zijn speciaal ontwikkeld voor het afzuigen van kwalijke stoffen of voor het inblazen van frisse lucht.
Op deze ventilatoren kunnen de robuuste kokers, met daarin de opgeborgen luchttransportslang, worden geplaatst. Dit zijn de
CAN1500 en CAN3900, deze slangen hebben een lengte van 4.6 en 7.6 meter.
Plaats de DAF1500/DAF3900 voorzichtig op een stabiele, vlakke en droge ondergrond tijdens gebruik. Tijdens werking van de
ventilatoren moet er ten alle tijden toezicht zijn.
5.
Onderhoud en reiniging
De reiniging van de ventilator dient met behulp van de volgende middelen uitgevoerd te worden:
- een stofzuiger
- met perslucht schoonblazen
Onderhoud, reiniging, afstelling etc. moeten bij een uitgeschakeld apparaat plaatsvinden. Tijdens werkzaamheden moet de
ventilator spanningsloos zijn. Indien hier niet aan kan worden voldaan dan moeten deze verrichtingen zonder gevaar kunnen
worden uitgevoerd.
4