4.2
Specifieke voorzorgen tijdens gebruik als
TRANSPORTER
Verzeker u ervan:
•
Dat er zich geen personen minder dan 1 meter achter
de aanhangwagen bevinden.
•
Dat de achterdeuren correct met alle grendels gesloten
zijn.
•
Dat er zich geen voorwerpen ter hoogte van de
achterste steunpoten bevinden.
•
Dat de handrem op staat (opwaartse positie).
•
Dat ook de zijborden volledig gesloten zijn.
•
Dat de eventuele lading niet naar achter kan
verschuiven of wegrollen tijdens het kantelen.
•
Dat de aanhanger correct aangekoppeld is (groene
kleur zichtbaar).
Zet de batterijschakelaar aan (stand 1).
Selecteer via de keuzekraan van de elektro-hydraulische
bediening de optie 'KANTELEN' en druk op de knop 'pijl
OMHOOG' tot u de hoogste positie bereikt.
TT 35-35, TT 35-40 & TR 35-40
TT 27-30 & TT 30-30
21