6.2
Werkelijke ruimtetemperatuur kalibreren
Er kan een afzonderlijke thermometer in de buurt van de kamerthermostaat worden geplaatst,
die een andere waarde aangeeft. Indien u de kamerthermostaten met de thermometer wilt
kalibreren, kunt u de functie "Kalibreren werkelijke ruimtetemperatuur" gebruiken. Voordat u de
ruimtetemperatuur kalibreert, dient u de volgende aspecten in acht te nemen:
– Meet de thermometer correcter dan de kamerthermostaat?
– Bevindt de thermometer zich direct naast de kamerthermostaat?
Een thermometer kan temperatuurwijzigingen langzamer of sneller aanduiden dan de
kamerthermostaat. Kalibreer de kamerthermostaat daarom niet tijdens de verlagings- of
verwarmingsfasen van uw verwarmingsinstallatie.
0.1
volgende
servicefunctie
–
Waarden veranderen en opslaan: Houd de aangegeven toets ingedrukt en draai de draaiknop. De waarde knippert zolang de waarde wordt
veranderd.
–
Om op te slaan, toets loslaten. De waarde knippert niet meer en is opgeslagen.
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Bedienings- en servicehandleiding ModuLine 200 • uitgave 07/2007
Servicemenu (alleen voor servicemonteur)
Door aan de draaiknop te draaien kalibreert u de
of
ruimtetemperatuur.
Instelbereik: –5,0 tot +5,0 in stappen van 0,1 °C.
Sla de gewenste waarde op door de toets
+
los te laten.
6
of
Nefit B.V. • http://www.nefit.nl
15