gebruiken om het batterijniveau op pijl te houden.
Het apparaat is niet ontworpen om alleen op
batterijvoeding te worden gebruikt. De batterij is
alleen voor back-updoeleinden.
2.2
Ingebruikname
• Plaats een SD-kaart (niet meegeleverd) in de SD-
kaartsleuf. De dashboardcamera accepteert SD-
kaarten met een capaciteit tot 32 GB (klasse 10). Het
wordt aanbevolen de SD-kaart te formatteren.
Raadpleeg de instellingen die in deze handleiding
worden beschreven.
• De dashboardcamera start automatisch en begint met
opnemen zodra het is aangesloten op een
voedingsbron.
Sluit de dashboardcamera aan op een voedingsbron
die wordt geactiveerd als u de motor van uw voertuig
start. De dashboardcamera begint automatisch met
opnemen zonder dat u de camera moet activeren.
• U kunt de camera ook handmatig aan- of uitzetten
door op de Aan/Uit knop te drukken.
• Wanneer het apparaat AAN of UIT wordt gezet, ziet u
een splash-scherm met het Motorola-logo.
Beginnen
7