Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Flash Panel 16
BEDIENINGSMODI:
De Flash Panel 16 kan op vier manieren bediend worden:
Sound-Active modus: het apparaat reageert op de beat van de muziek en doorloopt
daarbij de ingebouwde programma's.
Program modus: er kan uit 22 ingebouwde programma's gekozen worden.
Auto modus: het apparaat doorloopt een op de fabriek voorgeprogrammeerd
programma.
DMX modus: met deze functie kunnen de eigenschappen van ieder apparaat
afzonderlijk bediend/gecontroleerd worden met een standaard DMX-512 controller,
bijv. de Elation Show Designer™.
SOUND ACTIVE MODUS:
Met deze functie zal de Flash Panel 16 functioneren op de beat van de muziek en de
verschillende kleuren weergeven.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en zet dipswitch 9 in de "ON" positie.
2. Het apparaat reageert nu op de beat van de muziek.
AUTO MODUS:
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en zet alle dipswitches in de "OFF"
positie.
2.
Met dipswitch 6, 7 en 8 in de "ON" positie wordt de snelheid bepaald. Bijvoorbeeld:
met dipswitch 6 in de "ON" positie is de afspeelsnelheid van de Auto modus hoger
dan normaal.
PROGRAM MODUS:
1. Selecteer een van de 22 programma's. Sommige programma's hebben een vaste
kleurinstelling en sommige programma's zijn dynamisch. Zie pagina 11 voor de
programma- en dipswitch instellingen.
2. De snelheid van de dynamische programma's kan worden aangepast met dipswitch
6-8.
UNIVERSAL DMX CONTROL: Met deze functie kan een Elation® universele DMX-512
controller of een Show Designer™
bewerken. Met de DMX controller kunnen unieke, op ieders persoonlijke wensen
toegesneden programma's worden gecreëerd.
1. De Flash Panel 16 gebruikt 48 DMX kanalen. Zie de tabel voor de gedetailleerde
DMX kenmerken.
2. Stel het gewenste DMX adres in met gebruik van de dipswitches voor het gebruik
van het apparaat in de DMX modus. Dipswitch 10 moet in de "ON" positie staan.
3. Volg de installatieprocedure voor het gebruik van het apparaat in de DMX modus.
Sluit het apparaat via de XLR connector aan op een universele DMX 512 controller.
Master/Slave bediening:
Met deze functie kunnen apparaten met elkaar verbonden worden en zonder controller
functioneren. De apparaten reageren op geluid. In de Master/Slave functie stuurt een
apparaat het programma aan en de andere apparaten reageren hierop. Elk willekeurig
apparaat kan zowel Master als Slave zijn.
1. Gebruik standaard XLR DMX kabel, verbind de apparaten met elkaar via de XLR
connector aan de achterkant van de apparaten. De mannelijke XLR connector is de
input en de vrouwelijke XLR connector is de output. Het eerste apparaat in de keten
(Master) gebruikt alleen de vrouwelijke connector. Het laatste apparaat in de keten
©American DJ® -
worden gebruikt om alle afzonderlijke functies te
www.americandj.eu
– Flash Panel 16 Gebruikershandleiding pagina 9

Bediening

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave