Wanneer uw alarmsysteem meer dan één controlepaneel heeft, zal elk paneel
-
geprogrammeerd zijn voor het in- en uitschakelen van bepaalde gebieden binnen
het gebouw. In dit geval moet u dus controleren of u het juiste bedieningspaneel
gebruikt voor de gebieden die u in of uit wilt schakelen.
Een gebied kan niet worden ingeschakeld wanneer er een ingang verstoord is.
-
Bijvoorbeeld van een magneetcontact van een deur of raam. Het is belangrijk om
voor inschakeling van het alarmsysteem eerst te controleren of alle deuren en
ramen goed gesloten zijn. Als er een ingang verstoord is terwijl u probeert in te
schakelen, hoort u geen pieptonen en de volgende melding verschijnt in het display:
Ook geeft het display aan welke deur/zone open staat.
U dient deze te sluiten alvorens het nogmaals te proberen. Druk dan op de 'X /
wissen' toets, sluit dan de deur en start de inschakel procedure opnieuw. Lukt dit
niet, dan kunt u kiezen om deze zone te overbruggen vanuit het inschakelt menu.
Dit kunt u alleen als u beschikt over de juiste opties.
Als u de melding krijgt zoals net genoemd (ing. verstoord) dat drukt u op de 'Off'
toets. De volgende melding verschijnt in het display.
Bevestig deze overbrugging door op 'enter' te drukken als u de volgende melding
ziet:
De betreffende zone is dan overbrugd en systeem zal alsnog inschakelen. Wanneer
er meerde zones overbrugd zijn, herhaald u deze stappen. Alle overbruggingen
zullen op deze manier bevestigd moeten worden.
Een overbrugging van een zone is een éénmalige actie. Indien het systeem na een
correcte inschakeling weer uitgeschakeld is, zal de overbrugde zone bij de volgende
8