Operatie
③ Het bijbehorende functiepictogram wordt weergegeven in
de hoofdinterface wanneer een functie in een extra functie
wordt ingesteld.
④ Sommige functies zijn gereserveerd voor onderdelen van
modellen, de informatie is grijs. Turbo en STILLE functie
zijn tegenstrijdig, de latere instelling annuleert de eerste.
Hetzelfde geldt voor de op en neergaande luchtstroom.
⑤ Als het kinderslot AAN staat, springt de interface
automatisch naar de hoofdfunctie, de functie kan ook
ingesteld of geannuleerd worden door de linker- en
rechtertoetsen gedurende 5 seconden samen in de
hoofdinterface in te drukken.
14