10 |
Compass
0.7 m (2.3 ft) Min.
De afstand tot het scheepskompas moet
minimaal 0,7 m bedragen.
Zorg dat de scanner op de
installatielocatie duidelijk zicht rond het
vaartuig heeft (indien mogelijk).
Afwegingen bij montage rechtstreeks op het dak
Bedenk bij het kiezen van de installatielocatie voor de Halo radar dat de verticale radarbundel
25° boven en onder het horizontale vlak bestrijkt voor Halo20/20+ en 22° boven en onder
het horizontale vlak voor Halo24. 50% van het vermogen wordt geprojecteerd in een bundel
van 12,5° boven en onder het horizontale vlak voor Halo 20/20+ en 11° boven en onder het
horizontale vlak voor Halo24. Als de radarbundel wordt gehinderd door de daklijn, heeft
dit een nadelige invloed op de prestaties van de radar. Afhankelijk van de grootte van het
bovenoppervlak van het vaartuig, wordt aangeraden om de antenne hoger te plaatsen zodat
de radarbundel niet wordt gehinderd door de daklijn.
¼ Opmerking:
Op een metalen oppervlak moet u de koepel hoger plaatsen, zodat de straal niet
wordt belemmerd (zie het gedeelte Optimale prestaties). Anders zullen de prestaties een stuk
lager zijn.
Hoogte voor de scanner bepalen
Richtlijnen om de hoogte van de scanner te bepalen ten opzichte van de verste voorhoek van
het harde bovenoppervlak.
Meet de afstand (A) van de Halo radar tot de verste voorhoek van het harde bovenoppervlak.
BOW
A
Bepaal aan de hand van de volgende afbeeldingen de hoogte van de scanner in relatie tot de
Installatie |
Halo20, 20+ en 24 koepelradars installatiehandleiding
Halo Radar
Pulse Radar
Installeer de Halo radar niet in het straalvlak van
een conventionele pulsradar. Een pulsradar moet
op stand-by of uit staan wanneer de Halo radar in
gebruik is.
Op een motorboot met een steile planeerhoek
installeert u de scanner schuin, waarbij de
voorzijde naar beneden wijst.
BOW
A
TX
STBY
BOW
A