Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting; Algemene Opmerkingen Betreffende De Elektrische Aansluiting; Contactvarianten; Gebruik En Onderhoud - schmersal BNS 120 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor

4. Elektrische aansluiting

4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting

De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
Neem de opgegeven aderkleuren in acht voor het aansluiten van de
veiligheidssensoren.
Inductieve verbruikers (externe relais enz.) moeten via een aangepaste
schakeling ontstoord worden.

4.2 Contactvarianten

De contactpositie toont de sensor in bediende toestand bij gesloten
veiligheidsdeur.
BNS 120-11Z
BK 13
14 BU
WH 21
22 BN
BNS 120-12Z
BK 22
14 BU
WH 32
C BN
BNS 120-02Z
BK 11
12 BU
WH 21
22 BN
Meer informatie voor het kiezen van geschikte
veiligheidsmodules vindt u in de Schmersal catalogi of in de
online catalogus: www.schmersal.net.
Technisch gezien is het mogelijk meerdere veiligheidssensoren aan
een geschikte veiligheidsmodule aan te sluiten. Voor het aansluiten
van meerdere veiligheidssensoren (controleren of dit toegelaten is!)
worden de maakcontacten parallel en de verbreekcontacten in serie
geschakeld. Om tot 4 veiligheidssensoren als NG/NO of NG/NG versie
aan te sluiten, kan de ingangsuitbreidingsmodule Protect-IE-11 of -02 of
PROTECT-PE-11 (-AN) of -02 (AN) gebruikt worden.

5. Gebruik en onderhoud

5.1 Functietest

De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Juiste bevestiging van sensor en bediensleutel
2. Juiste bevestiging en goede conditie van de voedingskabel.
3. het systeem is vrij van vuil en vreemde onderdelen (vooral
metaalspanen).

5.2 Onderhoud

Bij een correcte installatie en doelmatig gebruik vereist de
veiligheidssensor geen onderhoud.
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
• Bevestiging van de bediensleutel en de veiligheidssensor controleren.
• Eventuele ijzerspanen verwijderen.
• Voedingskabel op eventuele beschadigingen controleren.
Tijdens alle bedrijfsmatige levensfasen van de
veiligheidsschakelcomponent moeten constructief
en organisatorisch geschikte maatregelen voor de
manipulatiebeveiliging of tegen het manipuleren van de
veiligheidsvoorziening, bijvoorbeeld door het gebruik van
een vervangende bediensleutel, getroffen worden.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
4

6. Demontage en afvalverwijdering

6.1 Demontage

De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.

6.2 Afvalverwijdering

De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
BNS 120

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave