Analoge en integer data
Een analoge en integerwaarde wordt voorgesteld door een 16-
bit WORD register in binaire notatie. Voor elk register bevat de
eerste byte de meer significante bits en de tweede byte de
minder significante bits.
De analoge variabelen worden voorgesteld in tienden:
-
bijvoorbeeld de waarde 10.0 wordt doorgestuurd als
0064h=100d
-
bijvoorbeeld de waarde –10.0 wordt doorgestuurd als
FF9Ch=–100d
De integervariabelen worden doorgestuurd met de effectieve
waarde:
-
bijvoorbeeld de waarde 100 wordt doorgestuurd als
0064h=100d
De adreskaart werkt met registers waarbij één register als 16-
bits moet worden beschouwd.
Wanneer het BMS of monitoringsysteem een waarde van een
parameter probeert te schrijven die buiten het bereik valt, wordt het
schrijven genegeerd.
Geïmplementeerde storingscode
Modbus-
Code
interpretatie Voorwaarde
1
Illegale
Bericht wordt niet ondersteund of het vereiste aantal
variabelen is groter dan het toegestane aantal (lengte ≤30)
functie
BMS-
INSTELLINGEN DEFINIËREN
Zie de montagehandleiding van de koelerunit voor het definiëren van
de BMS-instellingen.
De kabelafsluiting (weerstand) is ingebouwd in de adreskaart en
wordt ingeschakeld door middel van een DIP-schakelaar (S3A).
Voorbeeld:
Adres
Adres
Adres
In dit voorbeeld moet de laatste DIP-schakelaar in de reeks op
de adreskaart van koelerunits 1 en 2 op OFF worden gezet.
Aangezien koelerunit 3 de laatste unit in de reeks is, moet de
laatste DIP-schakelaar in de reeks op de adreskaart op ON
worden gezet.
EKACPG
Adreskaart
4PW35237-1C
BMS
Koelerunit 1
A11P
S3A
01
ON
OFF
Koelerunit 2
A21P
A11P
S3A
02
ON
OFF
Koelerunit 3
A21P
A11P
S3A
03
ON
OFF
= instelling DIP-schakelaar
Onderhoudsmenu: Submenu: communicatie
COMMUNICATIE (vierde scherm)
Unit 1
R R R R S S S S 4 4 4 4 8 8 8 8 5 5 5 5
M M M M O O O O D D D D B B B B U U U U S S S S
ADDR:
01
(Adres)
BR:
(Baud-
19200
snelheid)
EVEN
PARITY:
(1 STOPb)
(1 STOPb)
COMMUNICATIE (zesde scherm)
Unit 1
BMS
CONTROL
Y
ALLOWED:
G
EBRUIK VAN DE ADRESKAART
Controleer of de adreskaart goed bevestigd is op de printplaat A11P,
de bedrading voor een DICN-systeem en/of de bedrading voor een
MODBUS-communicatie-setup goed is aangesloten, en of de BMS-
instellingen juist zijn gedefinieerd.
In het menu input/output status
altijd controleren of de RS485- en DIII-
communicatie actief zijn.
D
ATABASE MET VARIABELEN
Het BMS of monitoringsysteem en de koelerunit communiceren via
een vaste set van variabelen, die ook adresnummers worden
genoemd. Hierna vindt u de nodige informatie terug over de digitale,
integer en analoge variabelen die het BMS of monitoringsysteem kan
lezen van of schrijven op de adreskaart van de koeler.
De registernummering en het aantal coils begint
LET OP
met "1" in decimale notatie.
De registernummering en het aantal coils begint
met "00" in hexadecimale notatie.
Unit 2
Unit 3
M M M M O O O O D D D D B B B B U U U U S S S S
M M M M O O O O D D D D B B B B U U U U S S S S
M M M M O O O O D D D D B B B B U U U U S S S S
02
03
19200
19200
19200
EVEN
EVEN
EVEN
(1 STOPb)
(1 STOPb)
Unit 2
Unit 3
Y
Y
kunt u
Ÿ
_^
COMMUNICATION
RS232 ONLINE:N
RS485 ONLINE:Y
DIII ONLINE:Y
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
...
...
...
Y
4