3.10 Monteren van de RS-232 Module
De centrale kan worden uitgerust met een RS-232 module
die seriele data kan uitwisselen met een locale computer.
Indien deze module niet is ingebracht, blokkeert een plastic
kapje de ingang van de plaats waar de module ingestoken
dient te worden.
De volgende instructies zijn van belang als u de RS-232
module gaat aansluiten op een reeds geinstalleerd
PowerMax systeem:
A. Haal de kast van de beugel (zie paragraaf 5.1)
B. Schuif het plastic kapje van zijn plaats zoals in figuur 27.
Figuur 27. Verwijderen van het plastic kapje
C. Plaats de RS-232 module gelijk met de gleuven en de
header van de PowerMax zoals in figuur 28.
Figuur 28. Inbrengen van de RS-232 module
D. Duw de module op zijn plaats. Zorg ervoor dat de 4-pins
connector goed aansluit op de 4-pins header op de print.
Opmerking: Als de module juist op zijn plaats zit zullen
de pootjes, die aan de kant gedrukt zijn tijdens het
inbrengen, weer op hun plaats springen aan de
bovenzijde van de module.
4 4 4 4 . Testprocedures
. Testprocedures
. Testprocedures
. Testprocedures
4.1 Voorbereiding
Zorg dat alle beveiligde deuren en ramen gesloten zijn. Als
alle zones in rust zijn zal op het display verschijnen:
G E R E E D
Indien het systeem niet gereed is drukt u herhaaldelijk op
de <SHOW/OK> toets. De oorzaak van het probleem zal
op het display verschijnen en met spraaktekst worden
aangegeven. Neem de nodige maatregelen om het
probleem te verhelpen voordat u het systeem test (zie 4.2,
onder).
4.2 Detector test
Om te controleren of alle detectors goed functioneren is
een uitgebreide detectortest noodzakelijk. Om deze test uit
te voeren gaat u naar menu nr. 8 van het installateurs-
8
X X : X X
E. Sluit de RS-232 kabel geschikt voor de PowerMax aan
op RS-232 print van de PowerMax (aansluitingen op
computer kunnen verschillend zijn).
F. Bevestig de centrale weer op de beugel zoals
beschreven in paragraaf 3.6.
Attentie: Voor het lokaal up/downloaden dient de Power-
Max in de Installateurs mode te staan.
3.11 Aansluiten van een X10 sirene
Het is tevens mogelijk om een externe X.10 sirene aan te
sturen via het lichtnet. Uiteraard is hiervoor een X.10
controller op de PowerMax nodig. Om de X.10 sirene te
activeren moeten de schakelaars op de X.10 sirene als
volgt ingesteld worden:
HUISCODE: De huiscode op de X.10 sirene moet 1 letter
hoger ingesteld worden als de huiscode die geprogram-
meerd is in de PowerMax. Bijvoorbeeld als de huiscode
van de PowerMax als J is geprogrammeerd moet de
huiscode van de sirene als K geprogrammeerd zijn.
APPARAATCODE: De apparaatcode op de X.10 sirene
moet altijd ingesteld worden op 1.
3.12 Flitser aansluiten
De flitser kan op twee manieren aangesloten worden:
Op de uitgang van de externe sirene: Sluit de sirene aan
op de COM+ en EXT- klemmen. De flitser zal nu net zo
lang flitsen als dat de sirene klinkt. De duur van de flitstijd
is in te stellen in de systeem programmering (zie
Programmeerhandleiding par. 5.4)
Op de PGM uitgang: Indien u de flitser langer dan 20
minuten wil laten flitsen, of u wilt de sirene niet 20 minuten
laten klinken, dan kunt u de flitser op de PGM uitgang
aansluiten. Sluit de (+) van de flitser aan op de (+) van de
PGM uitgang. Verbind de (-) van de PGM uitgang met de
EXT- uitgang van de sirene. Sluit de (-) van de flitser aan
op de EXT- uitgang. Zet de PGM instelling op AAN DOOR
LOG. (zie Programmeerhandleiding par. 7.2).
3.13 Latch Interface
Het is tevens mogelijk om een latch interface aan te sluiten
op de RS-232 module. Deze Latch-5PM interface geeft
u vijf extra relais en zes extra O.C. uitgangen. Iedere
uitgang wordt bij een andere situatie aangestuurd (alarm,
brand, in/uitschakelen, etc.). Via een twee aderige RS-232
verbinding worden de uitgangen aangestuurd en hersteld.
menu op dezelfde wijze als bij het programmeren van de
centrale:
A. Druk op de <NEXT> toets totdat er op het display staat:
I N S T A L L A T I E M E N U
B. Druk op <OK> om het installatiemenu te selecteren. De
centrale vraagt u om de installateurcode.
C. Toets de standaard installateurcode in (9
de code die reeds door u is geprogrammeerd. De
"vrolijke toon" (- - - ––––) zal klinken als de juiste code
is ingetoetst en het display verandert in:
I N S T A L L A T I E M E N U
D. Druk op <NEXT> of <BACK> totdat het nummer en
naam van de gewenste optie op het display verschijnt:
8 . T E S T S T A N D
9
9
9) of
#
#
#
DN5456