Lage batt. Z==
Uitgevallen batterijspanning in de
zone __.
UVM == Sup fout
Uitgevallen supervisionsignaal
van de universele module.
SUPERVISIE
Uitgevallen supervisionssignaal
FOUTEN
van de detector van de zone__.
VERSTORING RF
Stoorsignalen van de radioband
meer dan 30 seconden lang
binnen een minuut.
PSTN lijnfout
Uitval van het analoge
transmissiekanaal.
ISDN/GSM lijnfout
Uitval van het digitale
transmissiekanaal.
Uitval van de GSM-verbinding
•
De batterijcapaciteit in de detector van de zone
__ is bijna op.
•
Universele module bevindt zich buiten het
radiobereik van de centrale.
•
Radio-element van de universele module
uitgevallen.
•
De detector bevindt zich buiten het radiobereik
van de centrale.
•
Radio-element van de detector uitgevallen.
•
Opzettelijke of natuurlijke storingen binnen de
radioband
•
De analoge telefoonaansluiting is niet juist met
de telefoonlijn verbonden.
•
Het transmissiekanaal werd voor de analoge
kiezer geprogrammeerd terwijl deze niet wordt
gebruikt.
De ISDN-telefoonaansluiting is niet juist met de
•
telefoonlijn verbonden.
•
De GSM-aansluiting heeft geen verbinding met
het net.
32
•
Vervang binnen de komende 14 dagen de
batterij in de detector.
•
Controleer de radiocommunicatie met behulp
van de radiomeetbox tussen de centrale en de
universele module.
Installeer de universele module op een betere
•
installatieplaats.
•
Neem contact op het installatiebedrijf.
•
Controleer de radiocommunicatie met behulp
van de radiomeetbox tussen de centrale en de
zender.
Installeer de detector op een betere
•
installatieplaats.
•
Neem contact op het installatiebedrijf.
•
Neem contact op het installatiebedrijf.
•
Controleer de juiste aansluiting van de analoge
telefoonlijn.
•
Controleer of de analoge lijn gedurende een
lange periode bezet of losgekoppeld werd.
•
Neem contact op het installatiebedrijf. De
programmering moet gewijzigd worden.
Controleer de juiste aansluiting van de ISDN-
•
telefoonlijn.
•
Controleer of de SIM-kaart juist geplaatst is en
een tegoed aanwezig is.
•
Gebruik de "Comm-info"-weergave van het
gebruikersmenu om de signaalsterkte en de
toestand van de GSM-module af te lezen. Bij een
te geringe signaalsterkte kan er geen transmissie
plaatsvinden.